United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


En om den Lion du Littoral ... den ouden leeuw Theofile. ... De zee schuimt met elegante golfjes aan. Het is of de zee, na hare woede van gisteren, weêr elegant wordt, met kanten en parelenschitterende golfjes zoo als het betaamt aan een zee van een dure seizoen-plaats; een mondain zonne-stadje.

En na even met me gespeeld te hebben als de kat met de muis ... me gelegd ... me zoo gemeen gelegd ... wel niet met een truc ... maar toch ... toch ... me gelegd ... mij ... mij ... den Lion ... den Lion du Littoral. ... Een snik schokt hem zijn holle, breede borst. Een razernij ziedt in mij op: het bloed vliegt als met een congestie naar mijn hoofd. ... De Lion is weêr in een gezonken.

En de gitten oogen van Lucien schitteren al van pleizier; trouwens, hij schittert heelemaal in het gaslicht, van pommade en van valsche brillanten, op zijn das en aan zijn pink. Neen, antwoordt goedig André. Het zoû te vergeefs werk zijn. De Lion du Littoral overwint ons allen. Gebulder en gejuich. Er krimpt iets van angst in mij, om dien ouden, armen Lion.

Welke Lion? vraagt Lucien. Le Lion du Littoral! giechelen de meiden. Is hij terug? roept de waard, met glimmende wangen en oogen. Het gesprek is algemeen, want de opmerkingen over mij, duc, zijn ook niet met halve stem geweest. Jawel, verzekeren om strijd Bébert en André; de oude Lion is terug.

Hij heft machinaal zijn gewichten. Hij heeft mij gezien en groet mij. Hij pozeert nu voor zijn publiek, dat niet groot is: een paar voyou's, enkele trambeambten, een paar straatjongens. Wie onder het geëerde publiek wil zich meten met den Lion du Littoral? Wie onder het ge-ëerde publiek. ... Ik voel op mijn schouder een zwaar gewicht.

Le Lion du Littoral is er terug! zegt Bébert en buldert het uit van het lachen, als of hij zich met den naderenden storm wil meten. Ik schrik op en kijk hem aan.

In een oud, bronsbruin jasje, een gelapte broek, en touwen pantoffels, zit de Lion in éen gedoken. Zijn kop is hem gevallen op de borst, zijn wangen zijn hol, zijn haar is dun en grijs, en al zijn zijn schouders breed, en al bombeeren zijn armen nog van biceps in de te nauwe mouwen, de Lion ziet er uit als een zóo vervallen en ellendige leeuw, zoo een oude leeuw van den Littoral, zoo een afgejakkerde kampioen van Marseille tot Genua toe, dat des ducs gevoelig teêr hart samen krimpt, met die heel oncomfortabelen kramp, die de duc ondervindt om allerlei: bedelaars, oude trampaarden, ellendig geduldige trekezels, oude meiden, oude akteurs en oude worstelaars:

Ja, zegt André: alles is glad, mijn huid is als zij! Strijk maar! Vooruit, vooruit! brult het publiek. André le Pêcheur, contre Theophile, le Lion du Littoral! Cirkel wordt uitgebreid. In een kist is zaagsel en de beide lutteurs wrijven zich de handen droog. Zij groeten elkaâr met het professionale gebaar vol waardigheid.

Weêr neemt de duc, blij om het mooie weêr, en nieuwsgierig naar de Place Garibaldi, het eene trammetje na het andere. En waarlijk, daar op een bankje, zit... de Lion du Littoral! Arme Lion, wat ziet hij er uit!

Weinige oogenblikken later las ik in "Le progrès de Nice" een bijna eensluidend verhaal, nl. van zekere nommé Landino, die den kastelein Palmieri van de Brasserie du Littoral omdat hij den dronkaard niet meer schenken wilde, met een glas op het hoofd had geslagen. En iets verder: "La nommée Marie M.... a été arrêtée pour ivresse scandaleuse."