United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een gejuich van "sekarang hidoep" gaat er op onder de leden van de patrouille en ieder maakt klaar om te embarkeeren, hoewel het zeker nog wel 2

De jonkvrouwen kon ik niet naderen. Zij worden bewaakt door twintig wapenknechten, die allen toegang tot hen afgesloten houden.... Nu, wat beduidt dit blij gejuich? Ha, de arme poorters mogen den burg verlaten!" Inderdaad, er was een wapenbode verschenen die vanwege den veldheer de toelating had gebracht om de poorters van Brugge uit den burg te laten gaan.

""Zeven voet Engelschen grond," antwoordde Harald opstuivende, "of, daar men zegt, dat Hardrada een reus is, zullen wij hem mogelijk twaalf duim meer geven."" "De zaal weergalmde van gejuich, en beker en drinkhoorn werden er op geledigd, dat de Noorweger weldra in het bezit mocht zijn van zijn Engelsch grondgebied."

Toen werd, boven dat wringend lijvengedrang, een groote roode vlag uitgestoken. De sterke klaarte, die van den gevel van het Volkshuis nederpletste, vlekte er gelijk een vloeiend bloed. Een hoog gejuich barstte almeteen los en donderde alle zijstraten omme. Duizenden armen waren opgeheven en duizenden voorhoofden blikten onder het elektrisch licht opwaarts naar de spokige vlag.

In al de steden, welke zij doorvoeren, werden zij door een grooten toeloop van volk en met uitbundig gejuich begroet en, zooveel de snelheid hunner reis het toeliet, door de vroedschap onthaald.

Weldra werden zij ingehaald en naar den wal teruggebracht. Onder gejuich voerde men den Graaf naar 's-Gravenhage terug, doch Van Borselen werd in het Steenen Huis te Delft gevangen gezet.

Toen de Keizer, in het paleis aangekomen, zich op het balkon vertoonde aan de menigte, die geheel den Dam vulde, klonk het gejuich en gejoel nog luider dan ergens anders.

Maar een kreet van gejuich en vreugde, vermengd met snikken en tranen, steeg omhoog, toen wij hen zagen staan, Pretorius en Potgieter, de vaders van ons volk, niet als grimmige vijanden, maar als verzoende broeders, elkander de hand drukkend boven den opengeslagen bijbel."

Slechts toen het ongeveer twee uren na middag was, hoorden zij in de verte een hevig bazuingeschal en daartusschen een galmend gejuich dat, onduidelijk nog, met korte onderbrekingen over de stad weergalmde. Dit gerucht groeide aan en naderde immer, totdat de volksvloed uit welke schoot het opklom, zich bij den ingang der Steenstraat en op de Markt vertoonde.

Allen luisterden nu in gespannen aandacht, en daar hoorde men op eenigen afstand een verward geluid van stemmen, dat nu en dan door gejuich scheen te worden onderbroken. "Deze gewelven zijn bewoond!" fluisterde Li. "Zouden we verder durven gaan?" vroeg een van de anderen. "Mits met voorzichtigheid, moeten we verder gaan," zei La nu. "Ik geloof dat onze tocht nu een doel begint te krijgen."