United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik kan het gevoel niet beschrijven dat ik u toedraag, geen woorden kunnen het uitdrukken; ik vrees dat gij zult denken dat ik overdrijf, en toch ween ik heete tranen terwijl ik u dit schrijf. De gedachte aan die vreeselijke scheiding heeft mij geleerd welk eene vriendin ik in u bezit en hoeveel ik van u houd.

"Kom, nichte, ween niet meer," zeide Reimond. "Blijf nog met mij, ik heb u van ernstige dingen te spreken; maar geef wel acht op de voorwaarde, die ik stel, zoowel voor Willem als voor u. Zoohaast één uwer nog een woord rept over hetgeen gij mijnen dood noemt, of over voedsel of over geneesheeren, verwijder ik u onverbiddelijk uit mijne tegenwoordigheid.

Komt beiden voort en zwijgt liever: wij hebben toch niets troostends te zeggen." "Nu, nu, ik zal wat spoediger gaan," antwoordde de oude vrouw; "maar ik kan toch zoo stom mijn bitter wee niet verkroppen. Spreken ontlast het hart." "Ween niet langer, Sander lief," zeide Mie-Wanna. "Zoohaast wij in de stad een huis om in te slapen hebben gevonden, zal ik op den loop gaan.

Legree was nog op eenigen afstand van het kwartier, toen hij eene stem hoorde zingen. Dit was daar iets zeer ongewoons, en hij bleef staan om te luisteren. Eene welluidende tenorstem zong: "Ben ik van mijn plaats maar zeker, In de woning van mijn Heer, 'k Vrees dan voor geen lijdensbeker, 'k Ween dan geene tranen meer.

Hij antwoordde "Gij ziet wel dat ik er een ben, die ween." 37 En ik tot hem: "Blijf dan, gemaledijde geest, in weenen en in rouw-misbaar, want ik ken u, al zijt gij ook gansch vuil." 46 Deze was in de wereld een hoovaardig personaadje, geen goede hoedanigheid is er die zijne heuchenis siert: aldus is zijne schim hier razend.

"Ween niet, moeder!" zeide Ludwig, haar naderende, schoon zij hem terugstootte: "ween niet en vergeef mij mijn harde woorden: ik zou die nooit gebruikt hebben, zoo uw verwijtingen ze niet hadden uitgelokt. Ween niet en vergeef mij wat ik in drift gezegd heb.

Er zijn geene getuigen om mijne onschuld te bewijzen: ik zal veroordeeld.... Ween niet, Mie-Wanna; het kan er niet aan helpen; gij zijt moeder, denk aan onze kinderen...." "Arme Jan," klaagde de vrouw, "gij goed, braaf mensch, gij zoudt in het kot blijven, jaren en jaren!" "Neen, slechts twee jaren.

Maar voordat hij haar heeft toegekrijscht: "Ja, hef den dolk omhoog, ontzie mij niet, Rijt open deze borst en geef den stroomen Van 't bloed dat binnen in mij ziedt een uitweg!" heeft hij haar gesmeekt: "Ween niet! Gij zijt zonder schuld. Van af mijn jongste jaren heb ik niets Bemind als 'k u zoû kunnen minnen, zuster...." Dit bewijst dat in zijn hart iets op haar reinheid heeft geantwoord.

DROMIO VAN SYRACUSE. 't Is waar, zij drijft mij en ik snak naar gras. Ja 't moet wel zijn, dat ik een ezel ben, Wijl zij mij kent, ik haar volstrekt niet ken. ADRIANA. Kom, kom, zoo dwaas wil ik niet langer wezen, Dat ik mij de oogen wrijf en bitter ween, Nu heer en dienaar spotten met mijn nood. Kom, man, aan tafel. Dromio, wees portier.

"Ween maar, mijn kind, stort maar tranen en spaar je zuchten niet," zei de oude tot haar. "Je ontsteltenis was gevaarlijk; maar nu is er niets meer te vreezen, nu je gehuild hebt. Je smart zal wel langzamerhand verdwijnen en ge zult u gewennen hier met die heeren te leven, die nette lieden zijn.