Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


"Moeder es gisteren nacht sebiet gestorven; 'k kome nicht Begijntje neun veur de begroavijnge," zei Alfons met doffe stem. "Och Hiere God!" verschrikte 't jong begijntje, de handen in elkaar geslagen. Maar dadelijk voegde zij er bij: "'t En zal nie meugelijk zijn; mesoeur van de Weghe es zelve heul ziek en zoe euk wel keune stirven." Op zijn beurt keek Alfons haar met angstige verbazing aan.

"Es mesoeur van de Weghe thuis?" wilde Alfons vragen. Maar, nog vóór hij den tijd had het uit te spreken, trok het vriendelijk-glimlachend gezicht van 't jong begijntje, dat hem dadelijk herkend had, achter 't judasraampje zich terug, en meteen ging 't groene deurtje zachtjes open en werden zij verzocht te willen binnenkomen. Zij traden binnen, eerst Alfons en dan Rozeke.

Meneer Waelckens keerde zich tot Rozeke's vader om: "Constantinus Ludovicus van Doalen, verkloart-e gij toe te stemmen in 't huwelijk van ou dochter Irma Rosalia mee Alfonsus Josephus van de Weghe?" "O ba joa ik, menier Woalkes; ze'n moên maar zien e-woar da z'ulder deveuren doen om aan de kost te komen," antwoordde glimlachend de vader.

Niets was bij machte geweest haar van dit vast voornemen af te brengen; en nu was zij non, nu liep zij met het wit kornetje en het zwarte kleed in 't klooster; nu was zij van de gansche wereld, van haar vroegere vrienden en verwanten en ook van haar moeder voor altijd gescheiden; en zelfs haar naam had zij verloren; in plaats van Marietje van de Weghe, kende men haar nu nog enkel onder den naam van soeur Vincent-Perpétue!...

"Wel zoo, bazin Van de Weghe, ebt-e gij nog meer zulke belangwekkende tijdschriften ontvangen?" begon hij, glimlachend het zorgvuldig opgerold sportblad vóór haar op het tafeltje leggend. En genoeglijk kuchend ging hij zitten, zijn kleine oogjes nieuwsgierig op haar gevestigd.

"Weet-e gij wel, bazin Van de Weghe, dat het zeer veel voor u weerd is, van zulk eene goede kennis, ik zou aast zeggen: zulk eene goede vriendin van voornamen uize te ebben?" keek hij plotseling gewichtig op. Opnieuw begreep Rozeke hem maar half, maar zij knikte toch toestemmend en antwoordde ietwat schuchter: "Ba joa 't e-woar, miester? Z'hé zij mij lijk altijd nog al wel keune verdroagen."

Ja, ja, het is groot volk, groot, rijk volk, bazin Van de Weghe." "O, en es da amoal datte wat doaronder gedrukt stoat?" vroeg Rozeke. "Ja 't, ziehier;" zei de meester. En wijzend met den vinger op de gedrukte regels onder 't prentje, las hij eerst voor in 't Fransch en vertaalde dan in deftig Vlaamsch voor haar de vreemde woorden van het kort artikeltje.

En toen dit eindelijk geschied was, haalde hij zijn potlood-krabbellijstje uit en las het 't oudje voor: Viertig fran aan bezinne Van de Weghe veur gewichte te kurt op tien joar leverijnge van eirdappels. Jantje knikte, droog-hikkend, sprakeloos. Vijf en tsjestig fran aan Theofiel De Mispeloare veur vijf joar mijngelijnge van rogge in de tarwe. Jantje knikte.

En, op een bevestigend hoofdgeknik van den slappen secretaris, keerde hij zich tot Alfons' oude moeder en stelde de sacramenteele vraag: "Vreiw Urzela van de Weghe, verkloart-e gij toe te stemmen in 't huwelijk van ouë zeune Alfonsus Josephus van de Weghe mee Irma Rosalia van Doalen?" "Joa ik, menier de schepen," antwoordde dof en heesch het ziekelijk oudje.

Zij hurkte even voor het oud begijntje neer, kwam met haar lieve, frissche wang tot dichtbij 't geel, gerimpeld en verschrompeld aangezicht onder de witte kap en vroeg, met duidelijke, luide stem: "Mesoeur... mesoeur van de Weghe... heurt-e mij niet?" Doch neen,... ook háár met wie ze jaren lang samen gewoond had, hoorde nicht Begijntje niet meer.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek