United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Volgens een denombrement van 1612 had de heer het recht «den costere, de kerckmeesters en de armmeesters te stelleneOp zijn leen hield men jaarlijks twee markten, «telcken S. Eloysdaghevan laken, garen en andere goederen. Sint Elooi is inderdaad de patroon van Moen. Den 25 Juni kwamen vroeger de landbouwers, te voet en te paard, den heilige vereeren.

Dat was daags na den veldslag van Sedan!... Hij had de krant met het ontzettende nieuws in zijn zak; hij haalde ze te voorschijn, ontplooide ze statig, las het aan zijn vrienden voor. We zijn d'r!" zei hij... W' hên Lowie Napoléon vaste? We 'n moén nou moar op ons gemak veuruit goan en binnen veertien doagen valt Parijs in onz' handen"...

"Doet er 'n beetse meelsuiker op, moeder?" fleemde Rozeke. "Ha ge zij gij zot, geleuf ik!" riep de oude ontwaardigd. Maar zij deed het toch ook, en Rozeke haastte zich naar de deur, waar de kinderen, hun liedje uitgezongen, nu zachtjes aanklopten. "Joa moar ze moên de schotel weere brijngen, zille," vermaande moeder.

Aan de kanten van Geeraardsbergen kronkelt de Molenbeek naar den Dender. De vaart van Kortrijk naar Bosuit, gedolven in 1858-1859, verbindt de Lei met de Schelde, langs Zwevegem en Moen. Tusschen deze twee gemeenten, op het gehucht Knokke, heeft men eenen tunnel gedolven, die 665 meters lang en, met den trekweg, 6 meters breed is.

Verscheidene beken vloeien naar de Schelde. De Braambeek, komende van Sint-Denijs, kronkelt door Moen, en scheidt verder Heestert van Autrijve en Autrijve van Avelgem. In de XVIIe eeuw bracht zij nog eenen watermolen in beweging. De Arnoldusbeek ontstaat te Tiegem en vloeit naar Avelgem. Dit riviertje gaf zijnen naam aan de stad Ronse.

Knokke is een eenvoudig gehucht, deels aan Zwevegem, deels aan Heestert en deels aan Moen toebehoorende. Wij bezichtigden den tunnel en wandelden vervolgens naar den Keiberg, die 66 meters hoog is.

De wethouders betaalden «het bospoer, dat de schotters» noodig hadden, alsmede «de teercosten van den tambour en den fluyterDit wil niet zeggen, dat de twee dorpen nooit vijandelijk opstonden. Den 11 April 1790, tijdens de Brabantsche omwenteling, trokken «de landwagten» van Moen naar Heestert, waar zij twee boeren dood schoten.

Meneer Waelckens keerde zich tot Rozeke's vader om: "Constantinus Ludovicus van Doalen, verkloart-e gij toe te stemmen in 't huwelijk van ou dochter Irma Rosalia mee Alfonsus Josephus van de Weghe?" "O ba joa ik, menier Woalkes; ze'n moên maar zien e-woar da z'ulder deveuren doen om aan de kost te komen," antwoordde glimlachend de vader.

Met een schorren gil sprong ze op zij en greep instinctmatig een stoel en hield die vóór zich uit. Zou hij weer durven slaan? Zou hij durven, nu haar beschermster dood was? "Lafoard!" gilde zij; "lafoard! past ou op dag' aan mij komt!" Grijnzend kwam hij op haar af. "We zijn alliene thuis en we 'n moên ons nou nie mier sjeneeren," grinnikte hij.

Stt!... zachtjes, zachtjes," suste Belzemien. "We moen doar kalm mee de zuster over klappen." Cordúla en Leontientje kwamen terug in de keuken. Wa goa-je gij eten, Leontine? G-hêt zeker wel honger noar die lange reize?" vroeg glimlachend Belzemien. Wel, nonkel, 'k zal ik eten wat dat-e gulder eet," zei Leontientje. Bezorgd keken de broeders naar Cordúla op.