United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


En daarin hullen zich de demonen, de schaduwen ervan in de plaats van gestalten gebruikende. Daarom eischt hij een offer, tot dat van eene mier toe en verlangt hij wateren en wol en vruchten en alle dingen op aarde, om daarvan gebruik te maken tot het vormen van schijnbeelden.

Toen vervolgde hij, met zijn neus vlak op den grond, een mier en kreeg ook daar al heel spoedig zijn bekomst van; hij gaapte, zuchtte, vergat den kever en ging er op zitten! Geen seconde later verhief zich een oorverdoovend geblaf in de kerk en de hond rende door het ruim.

De bladluisherder gaf uitleg en leidde de bezoekers overal rond, tot in de kinderkamers, waar de jonge larven uit de witte windsels kruipen. Johannes was verbaasd en opgetogen. De oude mier vertelde, dat men in groote drukte leefde wegens den veldtocht, die eerstdaags ophanden was.

Ziet die kleine, listige mols-oogjes maar eens aan! Hij ziet alles, tot een mier, die door het dikke gras loopt. Met een onweerstaanbare, betooverende vriendelijkheid knoopt hij kennis aan met zijn slachtoffer, en dan opeens is het 'kip, ik heb je! eer het mogelijk is aan een overrompeling te denken zelfs!" "En kent hij u?" "Dat geloof ik niet. Hij heeft mij destijds niet eens opgemerkt.

Het vrouwtje van bij en mier zijn economisch afhankelijk, maar niet van het mannetje. De arbeiders zijn ook vrouwtjes, tot economische werkzaamheden bepaald aangewezen. En bij de vleesch-etende dieren kunnen de jongen, indien zij één van de ouders moeten missen, beter den vader dan de moeder verliezen, want de moeder is volkomen in staat alleen de zorg voor hen op zich te nemen.

Van uit Johan's venster, leek de tuin een vurige rozet, gelijk men er vindt op bonte ramen van kathedralen. Als een bruine mier kroop een pater-hovenier er over. Zijn rozige schedel was gepolijst. Toen werd Johan Doxa vervuld met eene eindelooze vreugde. "Hee-la!" riep hij luid. Hij schrok bij den klank van zijne stem en trok zich schielijk terug.

"Wa moên de meinschen doarvan peizen! Ha 'k ben toch zeu beschoamd, e-woar, da 'k hoast mijnen neuzel buiten de deuren nie mier 'n durve steken! Doet dat toch ophouên, Belzemien! Wa moe ons wirkvolk doarvan peizen? Zie-je gij dan niet da ze gien half wirk mier 'n verrichten? Teug verdeeke toch ne kier da g' hier den ouwsten en den wijsten zijt?

Ik kan wel denken, wie of er op u smoel heeft ; wie anders dan de Broeder? Nu geluk, er is maar een paar bedorven. Evenwel, als ik zo alle ouwe dingen overdenk, dan beklaag ik u toch. Wy hebben immers menigmaal eens een pretje gehad, en je hoorde my toen zo graag zingen van: "Toen onze Pau in 't Leger kwam." Waaragtig, Zanne, de Fynen lopen op uw zak, meid! ze zullen je zo arm maken als een Mier.

Zie-je mallekoar nie geirn mier dan?" Als onder een schok keerde hij zich om en herkende in de duisternis de struische gestalte van Irma Pese. Onopgemerkt was ze naast hem komen loopen. Haar oogen glommen van ondeugende pret in 't donker, en even zag hij, als een kleine lichtstreep in haar vaag gezicht, de witte schittering harer tanden.

Piet Schaver, als ik je niet voor een eerlijk kameraad hiew dan zweeg ik, maar nou wil ik niet zwijgen, en al heb ik er spul mee, ik wil nog een korte brief aan je schrijven zonder dat ik mijn neef er mee inhaal want, daar schijn jij een mier aan te hebben, en mijnheer C. zal hem toch wel nazien wegens de fouten.