United States or Sierra Leone ? Vote for the TOP Country of the Week !


De gouvernante tastte in een zakje, dat zij aan den arm droeg, haalde er een zilverstukje uit, stak het Fonske toe. O nie nie, ieffreiwe, schudde Fonske doodsverlegen het hoofd. Toe toe, ge moet! drong het kasteelmeisje aan. En Fonske gehoorzaamde. Tot morgen, nie woar, hier aan dezelfde ure, mee al 't geen da ge geschilderd hèt! 'K zal vroagen of de miester meekomt, riep ze nog onder het weggaan.

"Moar 't en zal toch mijn schuld nie zijn, as 't er nie mee 'n helpt, miester...." "Natuurlijk niet, natuurlijk niet, dat spreekt van zelf," zei hij tevreden. "Het eenige wat ik van u verlang is dat ge 't niet vergeten zoudt." "Ge meug gerust zijn, miester, 'k beloof het ou, 'k'en zal 't nie vergeten." Hilairken, in zijn wieg ontwaakt, begon eensklaps te schreien.

Even keek hij op naar Lisatje, die dadelijk, als 't ware boos, den blik van hem afwendde. Woarom niet? hernam jonkvrouw Elvire. Ge schildert heur zeu scheune. En weer keek zij vol aandacht het jong meisje aan en wisselde enkele woorden in vreemde taal met haar gouvernante. 't Es de dochter van Van Belleghem, mijn miester, antwoordde onderdanig Fonske.

Rozeke, die steeds naar een onderwijzer, en vooral naar een hoofd- onderwijzer als naar een overheid, met vereering had opgezien, keek hem ietwat verwonderd aan. "Ik vinde schoolmiester toch wel 'n scheune ploatse, miester," waagde zij.

"Een woordje voor mij ten beste spreken bij mevrouw de barones d'Hautmont, opdat zij aan aren vader den burgemeester zou vragen of mijn pensioen-jaarwedde als rustend oofd-onderwijzer niet wat ver-oogd zou kunnen worden, sprak hij deftig, meteen fiks opstaande. "'K zal 't doen, miester, 'k zal't heur vroagen van as ik heur weeromme zie," antwoordde Rozeke eenigszins verbauwereerd.

't Barontje was even heel boos geworden. Elkendeen es toch zeker wel miester van te doen wat dat hij wilt! had hij trillend uitgeroepen. Meneer François had daarop sprakeloos, met gezwollen gezicht, zijn borrel leeg gedronken, maar Plus-Que-Parfait was opgestaan en plotseling, zonder woord of groet, als in verklaarde vijandschap, vertrokken. 't Kasteel van het Barontje was een mooi kasteel.

"'t Spijt mij da g'ou doarveuren gederangeerd hét, miester, 'k 'n moar es wille weten wat dat er doar onder gedrukt stoat en hoeverre van hier dat da wel gebeurd es," meende Rozeke zich te moeten verontschuldigen.

De ie voor de ê = ei, die ten tijde van J. De Vos dezen tongval onderscheidde, b. v. ien, een: miester, meester; geried, gereed, enz. is thans bijna tot de ê bekeerd; er zijn evenwel nog sporen van, zoo als in straatstiene, straatsteenen, biest, beest, enz.

Het wordt er het Aardsch Paradijs ge-eeten." "Oo!" riep Rozeke, die met de grootste belangstelling luisterde. En zij waagde de vraag die haar boven alles interesseerde: "En hoever es dan wel van hier, miester?" "Hoeverre?... hoeverre? Laat ne keer zien ... zeker wel vier a vijf onderd uren!" "Hoo!" zuchtte Rozeke, de handen in elkaar geslagen. "Ja, stellig," verzekerde de meester.

"O, da es toch gelukkig van zeu gelierd te zijn, miester!" zei Rozeke vol bewondering. En zij voegde er bij, op een toon van verzuchting: "'K hope toch wel da mijn kind euk zijn Fransch zal meuge lieren." De oude onderwijzer glimlachte trotsch, in zijn schoolmeestershoogmoed gevleid. "Ja ja, geleerdheid is een schoone zaak; zij maakt den mensch beter, degelijker, waardiger," doceerde hij.