Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Hilairken was zoo tevreden en leerde zoo goed bij meester Cattoir en Marietje voelde zich zoo gelukkig bij de nonnetjes in 't klooster. "Rozeke, ik heb voor u en voor uwe kinderen gezorgd," zeide de barones. "Ik heb u in mijn testament gezet voor een som waar hij nooit aan kan komen."
Met de kinders gaat het ook goed. Hilairken vraagt al dikwijls waar zijn vader is en met Marietjen gaat het ook heel goed. Met moeder en met La gaat het ook heel goed en ik kan niet anders zeggen als dat de knechten en het Geluw Meuleken alle stijf brave zijn en dat zij danig ulder beste doen.
Smul werd even voor den vorm geraadpleegd; hij gaf nurksch zijn toestemming en Hilairken werd uitbesteed bij den ouden schoolmeester Cattoir, die eindelijk, dank zij de tusschenkomst der barones, een kleine pensioensverhooging had gekregen, terwijl Marietje bij de nonnetjes in 't klooster op kostschool werd gedaan.
"Zeker, zeker wil ik ze zien," zeide hij. Rozeke, die Hilairken, haar zoontje, op den schoot had, ging den kleine even in zijn wiegje leggen en haalde de zorgvuldig bewaarde prentkaarten van jonkvrouw Anna uit de kastla. De schoolmeester veegde tevreden- glimlachend zijn brilglazen schoon en schoof zijn stoel gezellig dicht bij 't raampje, om goed te kunnen zien.
"Moar 't en zal toch mijn schuld nie zijn, as 't er nie mee 'n helpt, miester...." "Natuurlijk niet, natuurlijk niet, dat spreekt van zelf," zei hij tevreden. "Het eenige wat ik van u verlang is dat ge 't niet vergeten zoudt." "Ge meug gerust zijn, miester, 'k beloof het ou, 'k'en zal 't nie vergeten." Hilairken, in zijn wieg ontwaakt, begon eensklaps te schreien.
"Ach Hiere! ach Hiere!" slaakte zij dof en anstig, bevend van ontroering. Gezellig morsend en kwijlend zat Hilairken vóór haar voeten steeds te knoeien: spartelend, met glinsterende oogjes en met blaasjesmondje, lag Marietje in haar wieg te jubelen.... Smul had zijn dienst opgezeid! Dat was het groote, dadelijk alom in de buurt verspreide nieuws van den volgenden ochtend.
Hij was in 't Paradijs, juichte hij, en daar was ook zijn teergeliefde Rozeke, geheel in 't fonkelwit gekleed, met haar zacht-krullende haren los over de schouders, en daar waren ook zijn kinderen, zijn beide lieve kinderen: Hilairken, gansch roze-naakt met gouden vleugels als de engeltjes in 't dorpskerkje, en ook Marie, ja, ook Marie, het meisje dat nog op de aarde moest geboren worden, maar daar reeds in het Paradijs geboren was, o zoo fijn en zoo klein en zoo teer, maar schoon, o, schoon, schooner dan alles wat ooit geleefd had, met groote oogen als helderblauwe bloempjes, als van die ronde lieve blauwe bloempjes, die in de vroege lente bloeien tusschen't jonge frissche gras, langs de randen van helder kabbelende beekjes.
Nog verder, achter zijn klein bloemen-en-groentetuintje, stond het helder werkmanshuisje met zijn groene luikjes en zijn glinsterende ruitjes, deurtje dicht en stilte er omheen, als verlaten. Rozeke zuchtte en keek weer op haar handwerk: zij breide aan een bruin-wollen borstrokje voor Hilairken, tegen den volgenden winter.
Meleken ging in den kelder, kwam met een vol glas bier, met het roggebrood en de schotel hoofdkaas weer boven. Zij sneed een dikke homp van 't brood, legde een zware plak hoofdkaas er boven. Roerloos en zwijgend zag Rozeke er haar mee weggaan naar de stallen, als met het eten voor een beest. "Oeder, 'k moe euk 'n stik heufvlak hèn," kwam Hilairken zaniken.
Wa peinste gij? woar zoedt hij noartoe goan? wa goat hij doen?" fluisterde zij tot het dienstmeisje. Meleken trok de schouders op. Hoe kon ze 't gissen? Rozeke voelde haar angst wat verminderen; opnieuw kwam moed en weerstandskracht in haar. Zij keek even om naar Hilairken en Marietje, die zich doodstil, met groote, bange oogen in hun hoekje hielden, vaag-bewust dat gevaar hen dreigde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek