United States or Cook Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen riep hij Smul, Vaprijsken en het Geluw Meuleken bij zich en deelde hun nog eens zijn laatste bevelen uit, er bij voegend dat hij trouwens niet lang weg zou blijven. Dit laatste stond muurvast in zijn hoofd en had hem ten slotte beslist met de verre reis verzoend.

Gode, wat waren daar goede zwaarden ende glaviën ende sterke helmen ende stalen hoeden ende ponioenen, geluw, zilver, sinopel, keel en lazuur. En wat waren daar groote ende sterke orsen: er waren er wel vijfduizend aan den eenen en vijfduizend aan den anderen kant en eer er een zoû in den zande bijten, zoû hijzelve wel menigen man doen sneven!

Terwijl wiesch Jan zich de voeten, geleund tegen den kalkmuur, wrijvend met vuilige vingers over het horrelvoetje, vleeschklomp die zwaar leek te hangen aan 't broos, mager been. De schoenmaker, weer terug in het geluw gestraal van den deurpost, dat traag zich verwijdde en licht-vlakking gaf op 't bijtend gegroef der oude poortsteenen, gromde mistroostig.

Hij was lastig en chagrijnig, hij en haar beiden kinderen namen al haar tijd in beslag, eischten al haar zorg van ieder oogenblik, en het gansche beheer en bedrijf der boerderij moest aan de welwillende hulp en werkzaamheid van Smul, van 't Geluw Meuleken en van Vaprijsken worden overgelaten.

En hij drong haar op 't hart, alsook aan 't Geluw Meuleken, die met angstig gezicht stond te luisteren, hoe zij hem behandelen moesten: hem met behulp van twee of drie personen, voorzichtig in wollen dekens gewikkeld uit zijn bed nemen en hem daar in de goed verwarmde kamer brengen, waar ook het bed eerst heel zorgvuldig moest gewarmd worden.

't Groeit overal entwat: tot op de blauwe schorren , maalt, onbemerkt, het mos, bij kleene kleene porren , zijn platte penningen, die, groene en grauw gedaan, of geluw, op 't gelent van de oude bruggen staan.

Het Geluw Meuleken raasde en snikte te gelijk, en Rozeke, ellendig doch meelijdend, voelde langzamerhand haar eigen toorn in machtelooze wanhoop verzinken. Doch zulk een toestand kon ze niettemin in geen geval op haar boerderij dulden, en zij besloot met Smul te spreken en hem, zoo mogelijk, tot een huwelijk met het Geluw Meuleken over te halen.

Goddank! geen mensch was in de buurt en het nieuwsgierig werkmanshuisje stond vrijpostig door al zijn kleine ruitjes te kijken, zonder iets te zien. Maar,... die dommerik!... waarom moest hij nu ook voor 't Geluw Meuleken, daar bij de wagenschuur, even zijn hoed afnemen? Als iemand dat nu zag, wat zou men wel gaan denken! Hij was weg, het hek uit, den landweg op.

Zij vloog naar 't achterhuis, beval het Geluw Meuleken spoedig melk te warmen. "'K ben blije, 'k ben toch zeu blije da 'k weere thuis ben," zuchtte hij, streelend haar hand nemend. "'K ben euk zeu blije," antwoordde zij ontroerd. Hij dronk zijn melk met smaak en een weeke glimlach gleed, vaag als een schim, over zijn bleeke lippen, terwijl zijn glazig-doffe oogen eventjes weer opleefden.

Alfons lag naast Rozeke's broeder, Rozeke zelf lag tusschen haar zuster La en 't Geluw Meuleken. Af en toe klonk een kort gelach der mannen of een geknor der gesarde meisjes. Alfons richtte zich even, geprikkeld en jaloersch, half overeind, vreezend dat de mannen ook Rozeke kittelden. Maar zij had haar voorzorgen genomen, haar rok nauwsluitend om haar beenen opgerold.