Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Tegen het kleine huis klommen geen klimplanten op, er waren verscheidene ruiten gebroken, en de wagenschuur wierp zelfs in den middag een donkere schaduw. Het lag op anderhalven mijl van het laatste huis van het dorp en de eenzaamheid ervan werd op twijfelachtige wijze vervroolijkt door een rondwandelende familie van echo's.
Ratten en houtwormen en motten en hoe al die roofdieren verder mogen heeten, werpen zich op hen en zij verroesten en vermolmen in droomlooze, liefelijke rust. Maar nu in den kouden Februarinacht laat de Majoorske de deuren van de wagenschuur openen.
Reinard Jansen had het meesterke de reis niet aangeraden en niet afgeraden. Het scheen hem totaal onverschillig te zijn. Hij was juist bezig in de wagenschuur, die door het vuur was gespaard gebleven, een loslatenden ijzeren tand te bevestigen in de zware egge, toen het meesterke kwam afscheid nemen. »Het ga je goed," zeide Jansen en reikte hem de hand.
Goddank! geen mensch was in de buurt en het nieuwsgierig werkmanshuisje stond vrijpostig door al zijn kleine ruitjes te kijken, zonder iets te zien. Maar,... die dommerik!... waarom moest hij nu ook voor 't Geluw Meuleken, daar bij de wagenschuur, even zijn hoed afnemen? Als iemand dat nu zag, wat zou men wel gaan denken! Hij was weg, het hek uit, den landweg op.
Reeds is de morgenster verbleekt en de zon gaat op boven de verwoesting. Een twintigtal mannelijke Kaffers arbeiders en knechten op Waterfontein staan bij de gehavende doch door het vuur gespaarde wagenschuur. Baas Jansen heeft hen bij die schuur bescheiden, en hij zal gericht houden over zijn volk. Langzaam nadert hij de groep.
Ik heb in mijn wagenschuur," hernam de man, "wel een oude kales, die aan een burger in de stad behoort, welke ze mij ter bewaring heeft gegeven en ze zelden of nooit gebruikt. Ik wil ze u wel verhuren, wat kan 't mij schelen! maar de burger mag ze niet voorbij zien rijden, en bovendien, is 't een kales; daar zijn twee paarden voor noodig." "Ik zal postpaarden nemen." "Waar gaat mijnheer heen?"
Bedroefd ging het meesterke heen, maar toen hij was vertrokken, ging de Boer naar buiten, tuurde hem na, totdat de kop van de kleine poney, waarop het meesterke reed, verdween achter de eerste heuvelkam, en sloot zich toen op in de wagenschuur, en at noch dronk den ganschen dag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek