United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar Barend dacht er anders over, en leunde tegen den muur van de kas met al de gemakkelijkheid van iemand die een lange historie beginnen gaat. "De heeren hadden men vader motten kennen," zei Barend, "dat was een vast man. Toen ie stierf was ie omme en bij de negenenzestig jaar, maar hij had zijn volle gebit nog.

"Dat is 't net niet," antwoordde de landman; "ofschoon het er dan naer is ook: jae kaik, als je ander slag van biesten hebben wou, die kon je krijgen te kust en te keur: en veur weinig geld ook; maer, in dat geval, wil ik ereis zeggen, 't is maer omdat je op 't soort bent 'esteld, van niet as lakenveldsche te willen hebben: en dan had je reis motten zien, hoe weinig er van te krijgen zijn.

"Je hadt ze liever zeisen in derlui pooten motten geven," zeide de koddige snaak: "dat ware naar den aard geweest." Onder dit praten was de tijd gekomen, waarop de eigenlijke werkzaamheden moesten aanvangen. Het bleek mij nu, dat het de gewoonte bij deze Heeren was, om beurtelings een soort van prijsstof op te geven, welke door anderen beantwoord werd.

"Ik ken hem slechts van aanzien," antwoordde ik: "ook heb ik niet in huis, maar op den koepel geschuild." "Nou kijk! dat had hij eensjes motten weten!

"Wel Mevrouw!" zeide Reynhove: "'t zou immers een al te groote cruauteit in u zijn, ons niet te permitteeren van zulk een aangename sociëteit te profiteeren." "'t Is solk aen schones wetter," zeide Weinstübe: "en Plaek kan oe immers weer afzetten waar je woelt. We motten toch weer nach Amsterdam mit ten abend." "Welnu! wat zeggen de jonge dames er van?" vroeg Tante: "ik ben wit papier."

Maar toen hij, naar onze gissing, halverwegen den afstand tot het hek gekomen was, bemerkten wij, tot onze bittere teleurstelling, dat hij eensklaps met een vervaarlijken kreet terugkeerde en vrij wat sneller dan bij zijn aankomst den weg naar huis nam, en de deur achter zich toesmeet. "Dat zal hem de duivel leeren," zeide Klaas: "wij motten er toch binnen."

't zel mijn hard ontgaan," zeide de grappige duivel, in zijn plat Amsterdamschen tongval, "of Jaap de aschkarreman zel mettertijd ook nog een wapen op zijn kar motten hebben." Deze snedige zet werd met het gewone gejuich ontvangen.

"Merie wil het zelf....," zei ze een oogenblik later. "Mót ze vast werk hebben of mot ze het niet?" vroeg zij nog weer, als in 'n grooten onvree met zichzelf. Ant aarzelde even. "Ja, 't zal wel motten," zei die dan beslist, "en ze is er ook niet an getrouwd!" Toen zuchtte de vrouw nog eenmaal en trok in een berustende ontmoedigdheid de schouders op.

"Gelijk een zwerm van motten, die Om 't helder kaarslicht dwaalt, Gelijk een boot de haven zoekt, Als 's avonds schaduw daalt. "Zoo kwamen zwermen vrijers aan, Doch zij sprak: 'Laat mij gaan, k Ben slechts een nederige maagd En kort is mijn bestaan'. "Daar waar de golven met geweld Luid beuken 't kale strand, Heeft 't meisje van Katsushika Voor goed haar vaderland. "Ja!

Maar de moeder, verdrietig, en stug tegen Coba, kwam er tusschen: geen sprake van, dat Merie de eerste weken beter was; als de Juffrouw niet langer wachten kon, most de Juffrouw maar naar een ander meissie uitzien; haar kind was heelemaal afgewerkt; al die weken was ze bijna de deur niet uitgekommen, tot 's avonds laat had ze motten sjouwen, dat was geen dienen, dat was afjakkeren....