United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een steen! Ze denken, dat ik een steen ben! herhaalde ze zacht, en zij bleef tegen haar deurpost en snikte onhoorbaar in haar opgeheven armen, troosteloos, dat zij Otto niet troosten kon. Daar voelde zij een hand op haar schouder en zij keerde zich om, bijna trotsch over haar miskenning.

In den deurpost, half beschenen door de zon, die, tusschen de gedeeltelijk dichtgeslagen overgordijnen door, een baan helder licht in de kamer werpt, staat een nog jeugdig man, met een joviaal rond, gladgeschoren gezicht; op ’t kort gesneden haar draagt hij een roode Fez; een kleurige kamerjapon omgeeft zijn slanke figuur en een witte pantalon met geborduurde pantoffels voltooien zijn ochtendkleeding.

Net stond zij klaar om uit te gaan met haar jongste dochtertje. Zij zag even om den deurpost: "Kijk, Hary van den meester." "Meester Gerards?" kwetterde Anneke en trippelde mee de deur uit. "Stil kind," zei vrouw Jansen, "niet zoo luid." Zij wachtte den jongen man om hem te groeten. Hij was wel weer op vakantie thuis! Gerards studeerde te Echt, aan de normaalschool.

Evenals meer dan één onbekend jonkman, zonder naam, zonder geboorte, zonder fortuin, een marmeren kapiteel kan zijn, dat een tempel van verhevene gevoelens en grootsche denkbeelden kan schragen, evenzoo kan een man van de wereld, rijk en met zich zelven tevreden, die glimmende laarzen en gladde woorden heeft, zoo men hem niet uitwendig, maar inwendig beschouwt, dat wil zeggen hetgeen voor de vrouw bestemd is, niets meer dan een gemeene paal kan zijn, een voorwerp van de dierlijkste, geweldigste hartstochten, de deurpost van een kroeg.

"'k Heb jou geen displeizier wille doen", zei Eleazar zachter: "en an jouw deurpost zal wel 'n nieuwe mezoesos komme d'r zijn 'r genog! voor mijn is't ding niet d

In den deurpost, 't licht dempend, met 'n stem die 'm zeer deed nóoit had-ie 'r zoo gehoord bijna onbeweeglijk, den arm strak omhoog, vroeg ze: "Waar is de mezoesos?"... "Weg", zei hij, geprikkeld door Druif's betoogend zwijgen. "Wáár weg?", vroeg ze nog eens. "Weet 'k niet!", zei hij, ongeduldig. Langzaam zakte Reggie's arm, langzaam ging ze naar 'r stoel terug.

"Beroerd weer," zei Peter. "'t Begint weer te motten." "Mogelijk," zei ik. "Wat dragen ze nou an?" "'t Lijkt wel een bed." "Ja een ijzeren bed." Het bed werd rechtop gezet tegen de deurpost, met twee pooten op de stoep, in de modder. Het was een oud, roestig bed. "Kijk eens, wat 'n grappig snoetje," zei Peter. Werkelijk een mooi snuitje, zwart haar, zwarte oogen en een brutaal mopje.

Dit beviel Zijne Hoogheid Alva slecht; hij zond dus om zijn beul en beval hem, achttien stroppen en evenveel ladders van twaalf voet lengte te maken en de achttien voornaamste bakkers van Brussel in hun eigen deurpost op te knoopen, als een waarschuwend voorbeeld voor de anderen, om terstond met bakken te beginnen.

Hetzij toevallig, hetzij dat de heer Leblanc een opwelling van ongerustheid gevoelde, hij wendde zijn blik weder, terwijl hij de schilderij bezag, naar den achtergrond der kamer. Er waren nu vier mannen, drie op het bed zittende en één bij den deurpost staande; alle vier met bloote armen, bewegingloos, en met zwart gemaakte gezichten.

Toen het sterker ging regenen, droeg een der kijkende vrouwen een oud zeil aan en lei 't op het beddegoed. Ze dropen langzamerhand allemaal af. Op straat, op de stoep, in de modder, natgeregend stond het beetje huisraad. De man liep heen. Het meisje bleef schuilen in de deurpost.