United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij had gaarne aan iemand die gedachten bekend, maar het was zoo moeilijk, aan wien...? Aan Otto, dat vond zij niet kiesch; aan Betsy, die zoude haar zeker vragen, dat wist ze vooruit, waarom ze zich toch altijd hersenschimmen in het hoofd moest zetten. Aan mevrouw Van Raat?

En hij wist niet wat hij zou doen, wat hij zou zeggen; hij zag alleen Otto voor zich... Hoe heeft ze het kunnen doen? Hoe heeft ze het kunnen doen? dacht hij slechts. Is het zoo beter? vroeg Betsy zacht. Eline lachte schamper en minachtend. Beter... neen... maar het is toch wel koel... dat water... Wil je iets drinken? Dank je... Zij snikte niet meer, maar steeds bleven de tranen vloeien.

De heer Verstraeten amuzeerde mevrouw Van Erlevoort en Betsy, tusschen wie hij gezeten was, met zijn kluchtige scherts en Mathilde naast Betsy lachte vaak meê, Henk, tusschen zijn moeder en zijn tante gezeten, ontbrak het aan niets, terwijl Otto en Eline in een druk gesprek waren en Etienne zeer rumoerig tusschen Lili en Marie het hoogste woord voerde.

Toen IJda veertien jaren oud was, huwelijkte de keizer, Otto van Almanien, haar uit aan eenen edelen ridder, en ze droomde, dat ze drie kinderen had, die zij voedde, en twee ervan droegen een kroon op 't hoofd, doch het derde niet, omdat het door een andere vrouw werd gevoed.

"Toe, je verwacht van háár toch geen redelijkheid!... En ik ben hier pas zoo kort; en juist in 't begin, door den dood van Hans, zijn er zulke vreemde dingen gebeurd: Otto en jij dien ochtend vroeg... en 's middags de heele club... en later telkens weer iemand om iets te vragen... telkens 'n

Korten tijd voor den val van koning Otto had men het, onder de leiding van een bekwaam beijersch botanicus, althans zoo ver gebracht, dat de zoogenoemde tuin ook eenigermate op een tuin begon te gelijken.

Zoowel in- als uitwendig is er aan het kasteel Neu-Schwanstein nog veel te doen. Van den kolossalen wachttoren, die nog boven den tegenwoordigen toren moet uitsteken, is nog niets te zien. Maar het bouwen wordt ijverig voortgezet, en naar men zegt, zouden de beheerders der fortuin van den tegenwoordigen krankzinnigen Koning Otto van voornemen zijn, het kasteel zoo veel mogelijk te voltooien.

Georges De Woude was reeds van zijn stoel opgestaan en wenkte hen glimlachend. Zij traden naderbij en gaven elkaâr de hand. Freddy! sprak Otto verrast. Mevrouw was zoo lief mij na het eten te laten vragen of ik meêging, antwoordde zij, bij wijze van verklaring. Otto, we kregen, toen je weg was juist een brief van de Horze: ze maken het allemaal goed en je moet veel groeten hebben. Jij ook, Eline.

Otto antwoordde niet en bleef zitten, zooals hij zat; er was een te groote vertwijfeling in zijn ziel gezonken, dan dat Henks goedigheid hem zou kunnen opbeuren.

Lili had intusschen aan mevrouw gevraagd, of zij het goed vond, dat zij wat met De Woude ging oploopen, en mevrouw verzocht Otto nu ook een oogenblik te gaan zitten, tot zij terug zouden zijn. Wat is Eline toch mooi, vindt je niet, De Woude? vroeg Lili. Zij had hem, sedert zij met hem had schaatsen gereden, toegestaan haar bij den naam te noemen, en zij noemde hem nu: De Woude, tout court.