United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vrouw antwoordde met deze woorden: "Ik heb het gedaan uit medelijden, daar 't kindje, Eustachius, honger had." De hooge vrouwe, IJda, bleef treurig den ganschen dag, niet groetende de heeren, die om haar waren verzameld. Zij wist thans, wat leed was, de edele IJda. Want het leed wordt aan niemand gespaard, noch den edele, noch den gemeene. En ook kende het leed Clarisse, de machtige hertogin.

Helias begaf zich naar het scheepken, en de zwaan voerde hem door den stroom. De hertogin Clarisse en haar schoone dochter IJda begaven zich naar Nijmegen, teneinde den keizer Otto van Almanien, te vertellen, wat er was geschied. Nog waren zij aan het spreken, daar stiet Helias den hoorn, en hij ging naar den keizer, hem eerbiedig groetende, en hij gaf hem zijn land terug.

Ziek lag Helias te bedde, en lang zou de edele hertogin, Clarisse, niet bij hem blijven, want hij stierf korten tijd daarna. De hertogin weende om hem, en zoo groot was hare smart, dat ook zij stierf. Toen keerde IJda, hare dochter, naar haren gemaal terug, en ze onderwees hare kinderen in de dingen der deugd.

En eene stem zeide: "IJda, gij zult moeder zijn van drie kinderen, die gij zelve moet opvoeden, en met die kinderen zal Gods zegen zijn." Toen IJda dit hoorde loofde zij God, en in drie jaren bracht zij drie kinderen ter wereld. De eerste werd genoemd: Godfried, de tweede: Boudewijn, de derde: Eustachius.

Toen IJda veertien jaren oud was, huwelijkte de keizer, Otto van Almanien, haar uit aan eenen edelen ridder, en ze droomde, dat ze drie kinderen had, die zij voedde, en twee ervan droegen een kroon op 't hoofd, doch het derde niet, omdat het door een andere vrouw werd gevoed.

Als bewijs schonk hem Helias zijn trouwring, en hij gaf groote geschenken mede voor Clarisse, zijne vrouw, en IJda, zijne dochter, en ook gaf hij rijke geschenken aan den bode Pontius en den geestelijke, die hem vergezelde. Vervolgens namen zij afscheid van elkander en Pontius, de bode, kwam juist op Hemelvaartsdag aan in Bouillon.

Hij verhaalde hier Clarisse, dat hij Helias had gevonden, den zoon van den edelen koning Oriant, en de edele koningin Beatrijs: een koningszoon van een aanzienlijk geslacht was hij dus. Pontius toonde den trouwring, en de hertogin geloofde dit bewijs. Vol verlangen was ze, om Helias nog eens te zien, en met hare dochter, IJda, reisde ze naar 't klooster, waar hij woonde.

Esmeri bracht hem vervolgens naar het klooster, naar den edelen Helias, die blijde was om de goede tijdingen, die hij hoorde van zijne vrouw Clarisse en zijne dochter IJda. Toen vroeg hem Pontius: "Geef mij een teeken, welk mij bewijzen kan voor mijne gebiedster, de hertogin Clarisse, dat ik u heb gesproken."

Aan het klooster schonk hij vrijmarkten en vele voorrechten, en hij stelde dertig monniken aan, om Gode te dienen. Zelf leefde hij naar den kloosterregel. Maar nog eene zaak moet er van hem verhaald worden, en eerst zult ge daarom moeten hooren, hoe het ging met zijne dochter, de schoone IJda.

Toen riep de hertogin in grooten angst hare dochter IJda, opdat deze haren vader met smeeken en weenen zou vragen, te blijven. Maar in den ochtend verzamelde Helias zijne heeren, en hij beval hun te zorgen voor zijne vrouw en zijne dochter en het goede land van Bouillon. Al sprekende, hoorde hij, dat de zwaan al buiten was, slaande met de vleugelen een groot geraas.