Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Eustachius, aan den noordoostelijken hoek des Halles van Parijs was gelegen, waar thans de straat Rambuteau uitkomt, behoeft zich slechts een N te verbeelden, welker top de straat St. Denis en basis des Halles raakt, en wier rechtstaande beenen de straten de Grande Truanderie en de la Chanvrerie, en dwarsstreep de straat der Petite-Truanderie zijn.
Ze leefden gelukkig, en ze kregen eene dochter, die zij IJda noemden, later de moeder der edele heeren Boudewijn, Godfried en Eustachius. Eens, dat de hertogin en de hertog, Helias, waren uitgereden, vroeg ze hem: "Heer! uit welk land zijt gij, welke vrienden hebt gij, wie zijn uwe ouders?" Hij zeide met ernstige stem: "Vraag daar nooit meer naar, hertogin, want dan zouden wij moeten scheiden."
Buitendien was hij een meester in de edele kunst van buikspreken, eene soort van kermisvertooning welke reeds van overouden tijd dagteekent, want de kerkvader Eustachius verzekert dat de priesteres van Endor, die voor Saul waarzegde, niets anders was dan eene buikspreekster. Als Cesar het goedvond, zakten zijne stembanden tot ver beneden zijne maag.
De lichamen der edele heren Salomon van Zevekote, Philip van Hofstade, Eustachius Sporkyn, Jan van Severen, Pieter van Brugge waren reeds weggedragen, en men was bezig met het harnas van de gewonde Jan, heer van Machelen, los te maken. Zij waren nu tot de plaats, waar men het hardnekkigst gevochten had, genaderd, want grote hopen lijken lagen verward en bebloed rondom hen.
Eustachius Sporkyn lag zwaar gewond achter de slagorde, en schreeuwde tegen zijn bende dat zij niet wijken mocht, maar het geweld, dat dezelve terugdreef was te groot, zij moest deinzen. Door een groot getal ruiters gevolgd, boorde De Chatillon door de slagorde, en men begon boven het hoofd van de neerliggende Sporkyn te vechten, die dan ook welhaast de geest gaf.
Daarom prijst Ordericus Vitalis ook een geestelike die in de kapel van een Engelse graaf aangesteld was, en die dikwels baronnen en pages om zich heen verzamelde en ze »een grote massa voorbeelden vertoonde van lieden uit het oude testament zowel als uit de moderne Kristen-sagen, die de heilige strijd aangebonden hadden", en op die manier schilderde hij o. a. heerlik de gevechten die Demetrius en George, Theodorus en Sebastiaan, Mauritius de hoofdman over honderd en het Thebaiese legioen zowel als de voorname hoofdman Eustachius hadden te bestaan om zich als »bloedgetuigen de hemelkroon waardig te maken". Men bracht de daden der Machabaeën zowel als de schipbreuk van Jonas in rijm, schilderde de kamp van Salomo met een draak die alle bronnen van Jerusalem leeg dronk, en zijn schitterend hof met al zijn pracht en ceremonieën.
Achatius zag men met een doornenkroon, Aegidius met een hinde, Sint Joris met den draak, Blasius in een hol met wilde dieren, Christoffel als een reus, Cyriacus met den duivel aan een ketting, Dionysius met zijn hoofd in den arm, Erasmus in zijn gruwelijke marteling met de windas, die hem de darmen uittrekt, Eustachius met het kruisdragend hert, Pantaleon als geneesheer, met een leeuw, Vitus in een ketel, Sint Barbara met haar toren, Catharina met het rad en het zwaard, Margareta met een draak.
Eens op eenen Pinksterdag er waren vele groote heeren in Bouillon ging de edele vrouw, IJda, ter kerke, en lang bleef ze weg. Daarom schreide het kindje Eustachius van honger, zoodat eene andere vrouw het uit medelijden voedde. De edele IJda kwam in haar paleis, en zag, wat er geschiedde. "Ach, vrouw," riep ze, "wat hebt gij gedaan. Nu zal mijn kind, Eustachius, zijne waardigheid verliezen."
De vrouw antwoordde met deze woorden: "Ik heb het gedaan uit medelijden, daar 't kindje, Eustachius, honger had." De hooge vrouwe, IJda, bleef treurig den ganschen dag, niet groetende de heeren, die om haar waren verzameld. Zij wist thans, wat leed was, de edele IJda. Want het leed wordt aan niemand gespaard, noch den edele, noch den gemeene. En ook kende het leed Clarisse, de machtige hertogin.
Mijnheer Gwyde voerde het bevel over de linkervleugel en had al de mindere ambachten van Brugge met zich; Eustachius Sporkyn met de lieden van Veurne stond in het midden dier bende: de tweede schaar had Mijnheer Jan Borluut tot Aanleider, en telde vijfduizend Gentenaars: de derde schaar stond onder Mijnheer Willem van Gulik, en was uit de wevers en vrijlaten van Brugge gevormd: de rechtervleugel, die tegen de wallen van Kortrijk raakte, bestond uit de beenhouwers met hun Deken Breydel en de Zeeuwse laten; Mijnheer Jan van Renesse was over dezen bevelhebber.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek