Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Dichter nog bij het verbaasde leger gekomen zijnde, riep hij terwijl hij gedurig naderde: "Vlaanderen de Leeuw! Vlaanderen de Leeuw! Hier zijn de Gentenaren!" Men erkende de oude krijgsman, een vrolijk gejuich antwoordde op zijn roep, en zijn naam klom uit al de monden: "Heil Gent! Heil Mijnheer Jan Borluut! Welkom onze goede broederen!"

Mijnheer Jan Borluut met zijn Gentenaars liep nevens de wallen der stad, en viel Lebrum ter zijde aan; de beenhouwers met hun Deken Breydel draaiden om het kasteel van Nedermosser en besprongen de Franse legerplaats langs achter.

"Ik zweer het bij God en mijn eer," antwoordde Borluut met een doffe toon, die zijn droefheid te kennen gaf. Adolf bezag hem met dankbaarheid, en hernam: "Ik zou de aarde zonder droefheid verlaten, want er is nog een wereld na deze; maar mijn ziel heeft zich der liefde van een aanbiddelijk beeld gewoon gemaakt.

Mijnheer Jan Borluut zal de Gentenaren aanbrengen, in Oudenaarde hebben wij Mijnheer Arnold, in Aalst Boudewyn van Papenrode. Mijnheer Jan van Renesse belooft ons al zijn vazallen uit Zeeland, en nog meer machtige Leenheren zullen ons bijstaan. Wat zegt gij nu van mijn lijdzaamheid?" "Ho, ik bewonder u, mijn vriend, en dank God innerlijk dat hij u zoveel vernuft gegeven heeft.

Een hoop van bij de veertig Franse ridders ziende, liep hij te midden onder hen; doch Jan Borluut vervolgde hem met een groot getal Gentenaars. De veertig ridders waren weldra verslagen, en nog verdedigde Rodolf de Gaucourt zich altijd even moedig.

De jonge Gwyde kreeg medelijden met de nog overblijvende ridders, welke zich zo moedig verweerden; hij riep tot hen dat zij zich gevangen geven zouden, opdat het leven hun bewaard wierde. Overtuigd dat moed en onversaagdheid hen niet meer helpen kon, gaven de ridders zich over en werden ontwapend; Jan Borluut kreeg dezelve onder zijn wacht.

Dit is hetgeen ik u moest te kennen geven; het believe UEdele nu de nodige maatregelen te nemen, want het ogenblik is gunstig: ik wacht uw bevelen om mij als een trouwe onderdaan volgens dezelve te gedragen." "Mij dunkt," antwoordde Jan Borluut, "dat een al te grote haastigheid ons schadelijk zijn kan.

Bij dit vaarwel poogde hij zijn hand op te heffen, om naar de hemel te wijzen, doch hij kon niet meer: zijn ogen sloten zich, en het leven scheen in hem op te houden. Nochtans bleef zijn boezem kloppen, en de warmte verliet zijn lichaam niet. Jan Borluut bewaarde nog enige twijfelachtige hoop, en deed de gewonde ridder met alle mogelijke voorzichtigheid naar de legerplaats voeren.

"Ik kan waarlijk vóór de vijftien dagen mijn vazallen niet te wapen brengen," sprak Jan van Renesse, "en ik zou de heren Gwyde en Willem raden zich volgens de ondervinding van de edele Borluut te gedragen. Het is immers onmogelijk de Duitse ruiters zo dra tot hier te brengen? Wat dunkt u, meester Deconinck?"

Terzelfder tijd hakte hij dapper onder de verbaasde vijanden, en wierp er een groot getal op de grond; de anderen deinsden achteruit, en gaven alzo aan de gelederen de tijd om zich weer aan te sluiten . Rodolf de Nesle met de grootste macht zijner ruiters was op de vijfduizend Gentenaars van Mijnheer Borluut gevallen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek