Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Jan Borluut had zijn mannen doen blijven om volgens het gebruik des oorlogs het slagveld tot des anderendaags te bewaren, slechts weinig hadden door te hevige geestdrift dit bevel miskend; de bende welke hij met zich had, bestond nog uit drieduizend Gentenaars : ook waren er menigvuldige mannen van alle wapenen die, door moeite of wonden afgemat, de vijand niet konden najagen en diensvolgens op het slagveld waren gebleven.

Het is waar, dat de hongersnood het bloed van Artevelde in de aderen zijner zonen ontsteekt en bederft; het is waar, dat het nageslacht van De Coninck, van Breydel, van Borluut als een hoop hongerige wolven over de velden dwaalt en het rapenloof als eene lekkernij verslindt; het is waar, dat gansche dorpen bijna uitgestorven zijn; het is waar, dat men hondenvleesch verkoopt; het is waar, dat niet verre van ons, te midden van ons schoon en rijk vaderland, eene gansche bevolking verkwijnt en in het graf zinkt!...

Dwalend en flauw blikte hij op degenen die hem kwamen verlossen; zijn zwakke wimpers hadden geen kracht meer om de verduisterde oogappels voor het gloeiend zonnelicht te behoeden. Jan Borluut herkende de ongelukkige Adolf van Nieuwland. In allerhaast deed men de riemen van zijn harnas los; men hief zijn hoofd uit het slijk, en bevochtigde zijn lippen met verkwikkend water.

De enige stad Gent had op de roep niet geantwoord, nog geen enkel gezel was uit dezelve naar Kortrijk gekomen; men wist sedert lang dat Gent van Leliaards krioelde en dat het Magistraat gans voor de Fransen gezind was. Nochtans had men er zevenhonderd soldeniers verslagen, en Jan Borluut had zijn bijstand beloofd.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek