Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Het groene rapenloof vervangt de plaats der golvende korens; de jonge haas springt er verwilderd uit en vlucht voor de komst des jagers. De weiden zijn opnieuw bedekt met kort en frisch groen, waarop het vee komt grazen.

Postelein wordt met het water, dat erbij het wasschen aan blijft hangen, opgezet en gaargekookt; dan schept men ze met den schuimspaan uit het nat en laat ze met boter stoven. Bij het opdoen bindt men de saus met een eijerdoijer en raspt er notemuskaat overheen. Rapenloof.

Toen de oogst veilig opgeborgen in de schuren zat, of ten allen kante in groote schelven op het kaalgeschoren land stond; toen het tenger rapenloof begon te kiemen op de wijde akkers waar het gouden koren had gegolfd; toen stille rust kwam na den zwaren arbeid, en boeren en boerinnen overal met vroolijke gezichten in hun beste kleeren naar de kermisdorpen togen, greep het huwelijk op een zacht-zonnigen September-ochtend plaats.

De gele bladeren stoven dwarrelend uit de boomenkruinen, en de landouwen lagen kaal en kil, met hier en daar slechts, tusschen de bruine, omgeploegde akkers, de fel-groene., malsche tintelvlekken van het jouge rapenloof.

Een kille wind blaast scherp en nijdig door het nat-klapperend rapenloof; trage, loome benden raven zwerven droevigkrassend rond en in de effengrijze lucht zweeft ook nu en dan dofsnorrend een heele zwerm van kleine vogeltjes voorbij, vlug-knippend met de fijne vlerkjes, fijntriestig tjilpend als van weemoedig, heimweeïg verlangen, in hun haastige, haastige vlucht naar mildere oorden.

Het is waar, dat de hongersnood het bloed van Artevelde in de aderen zijner zonen ontsteekt en bederft; het is waar, dat het nageslacht van De Coninck, van Breydel, van Borluut als een hoop hongerige wolven over de velden dwaalt en het rapenloof als eene lekkernij verslindt; het is waar, dat gansche dorpen bijna uitgestorven zijn; het is waar, dat men hondenvleesch verkoopt; het is waar, dat niet verre van ons, te midden van ons schoon en rijk vaderland, eene gansche bevolking verkwijnt en in het graf zinkt!...

Zonder te verademen, achtervolgd door het razend getier van Veel-Hoar, dat hoe langer hoe heftiger in de rumoerige straat opklonk, liepen zij over omgeploegde akkers, door rapenloof en bieten, en kwamen eindelijk op den breeden weg terecht. Daar hielden zij even stil en schaterden er hun dolle pret wild uit. Veur azeu nen dag gaf 'k wel zes moanden van mijn leven! juichte Deeske.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek