Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Alle vruchten, zoowel versche als gedroogde, moeten in eene aarden of verglaasde pan worden gekookt, daar zij van ijzer vaatwerk een onaangenamen smaak aannemen. Versche vruchten worden dikwijls zonder water opgezet en vlug in hun eigen sap gaargekookt; gedroogde vruchten daarentegen moeten met rijkelijk water bedekt te vuur worden gebragt.
Postelein wordt met het water, dat erbij het wasschen aan blijft hangen, opgezet en gaargekookt; dan schept men ze met den schuimspaan uit het nat en laat ze met boter stoven. Bij het opdoen bindt men de saus met een eijerdoijer en raspt er notemuskaat overheen. Rapenloof.
De appelen worden aan schijven gesneden en in half water, half witten wijn gaargekookt, met krenten, suiker en pijpkaneel, benevens gesnipperde amandelen. De appelen mogen volstrekt niet stuk koken. Appelmoes. Men kan dit op verschillende wijzen bereiden, maar altijd moeten de appelen goed geschild en van de klokhuizen ontdaan worden. Hoe fijner appelen, hoe lekkerder moes.
Van jonge raapstelen stroopt men het blad af, en de stelen, aan stukjes gesneden zijnde, worden gaargekookt, dan op een doorslag geschud en zoo sterk mogelijk uitgedrukt. Mogten zij reeds wat ouder zijn, dan zet men ze na het afkoken nog eenigen tijd in koud water. Vervolgens worden zij gestoofd met boter in meel fijngemaakt en wat melk; men raspt er bij het opdoen notemuskaat over. Meirapen.
Bruine sagopudding. 1 o., 2 l. bruine sago wordt eenige malen koud en dan warm gewasschen; daarop gaargekookt met half rooden wijn, half water en, bekoeld zijnde, vermengd met 9 l. gesmolten boter, 6 eijerdoijers, 6 1/2 lood gestampte beschuit, 1/2 kopje room, 1 o., 2 l. suiker, wat kaneel, citroenschil en het geslagen eiwit. Men kookt den pudding 2 uren en geeft er schuimsaus bij.
Nadat de champignons goed nagezien en gewasschen zijn en in stukjes gesneden, worden ze met veel water opgezet en met eenige uien gaargekookt. Men kookt daarna de rijst in het nat der champignons. Zoodra de rijst gaar is, doet men de champignons er bij met een kluitje boter, roert alles door elkaar, strooit er fijngestampte beschuit over en laat het gerecht nog eenige minuten in den oven staan.
De bladeren worden goed van de stelen afgestroopt en in ruim water gaargekookt, waarvoor 1 1/2 uur gevorderd wordt; men giet ze af en als er in het voorjaar eene sterke lucht aan de kool is, zet men haar daarna nog eenigen tijd in versch water. Dan wordt zij op een doorslag sterk uitgedrukt en zeer fijn gehakt.
Kreeften worden dan ook gaargekookt in gezouten water, waarin men een scheut azijn giet, om de kleur te verfraaijen, en als zij gereed zijn, haalt men het vleesch uit de scharen en den staart, dat men met den snoek netjes op een schotel schikt.
Men kan ze ook nog op eene andere manier gereed maken en wel als volgt: zij worden met kokend water opgezet en met een spijslepel wijnazijn, benevens wat zout, gaargekookt; dan op een doorslag geschud. Vervolgens laat men ze stoven met een lepel meel dat in boter gebruind en met bouillon aangemengd is; men raspt er notemuskaat door en bindt ze bij het opdoen met een eijerdoijer.
De visch wordt geschrapt, schoongemaakt, in stukken gesneden, in gezouten water gaargekookt en gediend met wit en geel van harde eijeren, benevens gehakte pieterselie, die netjes op een schaaltje worden geschikt, en met gebruinde boter.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek