Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Men mocht niet twijfelen aan de waarheid hunner woorden: zij hadden den indringeling herkend: het was niemand anders dan David Snoek, de bode van het grauwwerkersgilde die in de gansche stad befaamd was als de ronddrager van tijdingen en nieuwmaren.

Tante Reggie, langzaam happend, prettig van herinnerings-gepraat, zei dan hoe zij in 'r jeugd zùlleke snoek stoofde snoek in die tijjen kon je an snoek komme vandaag de dag, was 'r geen snoek meer en as ze 'r was, kon je ze niet benadere hoe zij de buike opvulde met koek en wad-'n eten dat was 'n eten zoo fijn as ze 't op de heere- en keizersgrachte nie krege.

Zijn beschermeling was van tot het licht werd tot aan het duister weg over de heuvels; hij zocht de stroomen af naar snoek, schoot kwartels en konijnen, en vervolgde den éénen eenzamen, slimmen reebok, beroemd omdat hij aan tien jagers had weten te ontsnappen, en de Spin werd vadsig en lui terwijl zijn beschermeling in conditie bleef.

Een karper, die argeloos in de lucht naar de vliegen hapte, onderging hetzelfde lot. Als de snoek verzadigd was, bleef hij onbeweeglijk stil, de kleine vischjes versmadend, die pijlsnel van hem wegzwommen. Terwijl hij aldus in trotschheid zijn gemak nam, schoot een hongerige, vraatzuchtige snoek met open muil op hem toe.

Heerlijk was de terugspiegeling van het loof in het heldere nat, waarvan de kalme oppervlakte niet verbroken werd dan door de kringen, welke nu en dan daarin gevormd werden door den koning onzer binnenwateren, den vratigen snoek, of door eenige schoone lakenveldsche koeien, die met een statigen tred het weiland verlieten om koelte en schaduw in den frisschen plas te zoeken; maar, eens daarin gekomen, zoo stil en onbeweeglijk bleven, alsof zij een bekwamen schilder stonden af te wachten, die hem met zijn kunstpenseel op het doek zoude vereeuwigen.

"Welnu, doet hem geen leed en leidt hem naarboven in de kapelle." "In de kapelle? Ik?" riep David Snoek, eenen stap terugspringende "o, mijn God, daar ligt het lijk van den graaf! Neen, neen, ik bid u, doodt mij liever!" Hij beefde zoodanig en zulke diepe verschriktheid verried de holle toon zijner stem, dat de Kerels gansch ontsteld hem aanzagen.

Hij bestudeerde zelfs den lichaamsbouw van verscheidene zeedieren, om daaruit nuttige leering te trekken; ja, men wil, dat hij bepaaldelijk het lichaam van den snoek tot voorbeeld zou genomen hebben bij het bouwen van zijn schip. Hij zou namelijk zijn metingen, waarnemingen en uitkomsten, betrekkelijk den bouw van dezen visch in dezelfde verhouding op een grooteren vorm toegepast hebben.

3. Gemêleerde vischsalade. Men neemt hiervoor allerlei visch, b. v. paling, snoek, tarbot, tongen en zalm, die men den vorigen dag kookt, in water met zout en peperkorrels, benevens het sap en de schil van 1 citroen. Eerst kookt men de paling, omdat die het minste zout noodig heeft; gaar zijnde, wordt zij er uit genomen, en men legt de snoek, met bijvoeging van zout, in den ketel, dan de tong, en eindelijk de tarbot, die beide nog wat meer zout dan snoek vereischen. De zalm kookt men afzonderlijk. De visschen mogen niet in het water koud worden, maar als dat

Anderhalf p. visch, half snoek, half paling, wordt gaar gekookt. Men zoekt er goed de graten uit, hakt de visch fijn en roert ze dooreen met 6 gestooten beschuiten, 2 eijerdoijers, 1 1/2 kommetje gesmolten boter en, naar verkiezing, wat gehakte uije of het sap van een halven citroen. Vervolgens laat men het 1 1/2 uur stoven en geeft er kapper- of citroensaus bij.

Dit stelde David Snoek eenigszins gerust. Dan kwam de spraak hem weder. "God zal u daarvoor zegenen, mher Sneloghe", zeide hij, "dat gij deernis hebt met mij, ongelukkige. Gij weet het allen, heeren, die mij kent, dat de arme David Snoek vroeger een goede vriend der Kerels was, en dat hij in het schromelijk nachtgevecht nog met u tegen de Isegrims heeft gestreden."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek