United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want niets bederft het boek zoo grondig als de hier geschetste napluis-methode, ... hoe zeer ze ook, volgens sommige vermaarden, het intellectueel genot moge verhoogen. De argelooze lezer, die eerst ondergaat en vervolgens misschien onderzoekt, heeft niet veel hinder van allerlei passages, welke het critiesch vernuft misplaatst acht.

Jan's vermoeden was juist en zij hadden gelegenheid het vernuft dezer nijvere dieren te bewonderen, die bij het leggen hunner dammen zorgvuldig rekening houden met de richting van den stroom, en ze tevens hoog genoeg maken om boven den hoogsten waterstand uit te steken.

"Ja! alles wordt duidelijk, alles staat in verband, alles is opgehelderd, en nu begrijp ik, waarom Saknussemm, op den index geplaatst en gedwongen om de ontdekkingen van zijn vernuft te verbergen, onder een onverstaanbaar geheimschrift het geheim...." "Welk geheim?" vraagde de heer Fridriksson driftig. "Een geheim, dat ... waarvan...." antwoordde mijn oom aarzelend.

De fabriek verandert zich dan in een arsenaal; de gloeiende adem van den oorlog doet hare ovens vlammen en hare raderen wentelen: al het vernuft en al het genie der moderne industrie stelt zich in de dienst van dood en vernieling.

Eindelijk richtte een gevierd schrijver in een zeer gevreesd satiriek blaadje zijne pen tegen het monster en bracht het onder een algemeen gelach den laatsten slag toe; het vernuft had de wetenschap overwonnen.

Hier echter, zoowel als bij alle andere onderdeelen, heeft het vernuft middelen gevonden, om deze bewerking door het werktuig zelf ten uitvoer te laten brengen, zonder de hulp van eenen oppasser, die toch nimmer, zelfs bij de grootste bekwaamheid en oplettendheid, die bewerking zoo regelmatig verrigten kan.

Met dat heldere inzicht in de mysteriën van ziel en karakter, dat goed en kwaad als tegenoverliggende polen begrijpt; met zwaar pathos of met woesten humor of met padvindend vernuft toont de Engelsche profeet hem: hoe de eigenaardigheden van ons Ik zich te pletter botsen tegen het groote, ondoorgrondelijke Geheel.

De vinding was niet onaardig en ik ben nooit te weten gekomen, of ik haar aan het vernuft van den Heer Bos, van zijn beminnelijke dochter of van de oude Martha moest toeschrijven. Het was echter niet het min gemakkelijke mijner ligging, dat mij zou verhinderd hebben, na een zoo vermoeienden dag, een zoete rust te genieten.

De "jonge knaap" was een jonge man, Alcibiades genaamd. Hij was rijk, schoon en van een aanzienlijke familie. Hij was de welsprekendste redenaar van Athene, en van een zóó schitterend vernuft, dat de verstandige en welwillende wijsgeer Socrates hem zeer lief had en zijn best deed te zorgen, dat hij niet bedorven werd.

Wie is zoo gering van vernuft, dat hij zich niet in allegorieën zou kunnen beproeven!"