United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij vermoeden niet, welke vreeselijke tooneelen op deze plek, nauwelijks dertig jaar geleden, zijn voorgevallen. Hier waren de straat de la Chanvrerie, en de vermaarde herberg Corinthe. Men herinnere zich, wat aangaande de te dezer plaatse opgerichte barricade is gezegd, die trouwens door de barricade van Saint-Merry in de schaduw werd gesteld.

Hij scheen de omstanders niet te hooren, die tot elkander zeiden: "Ziedaar een geweer, dat niets uitricht." Toen Enjolras het bevel gaf, stond hij op. Men herinnere zich dat, bij de komst van den volkshoop in de straat Chanvrerie, een oude vrouw een matras voor haar venster had gehangen, om zich tegen de kogels te beveiligen.

Op deze beruchte barricade der straat de la Chanvrerie, die thans in diepe duisternis is gedompeld, willen wij een weinig licht werpen. Men vergunne ons, tot juister begrip van 't verhaal, hetzelfde eenvoudig middel aan te wenden, dat wij ten aanzien van Waterloo hebben gebezigd. Wie zich op vrij nauwkeurige wijze het blok huizen wil voorstellen, 't welk in dien tijd bij de punt van St.

"Nu! hier is een goede plaats! maak ze hier." "Inderdaad, Arend," zei Courfeyrac. En op een teeken van Courfeyrac stormde de troep de straat Chanvrerie in. De plaats was inderdaad uitmuntend voor een barricade geschikt, aangezien de straat aan den ingang wijd, aan 't einde nauw was, en als een blinde steeg op Corinthe toeliep.

"Haast u nu, mijnheer Coos, wijl juffer Cosette wacht." Gavroche scheen zelf schik te hebben over deze woordspeling. Jean Valjean hernam: "Moet het antwoord naar Saint-Merry worden gebracht?" "Ge zoudt daarmede een dommen streek begaan. Deze brief komt van de barricade in de straat Chanvrerie, en daarheen keer ik terug. Goeden avond, burger."

Even voorbij den donkeren hoek der steeg en der straat Chanvrerie, die een breede schaduw wierp, waarin hij zelf verscholen was, zag hij op de straat een lichtschijnsel, op weinig afstand van de herberg, en daarachter een lampion, die in een soort van ruwen muur flikkerde, en gehurkte mannen met geweren op hun knieën. Dat alles was op tien ellen afstands van hem.

Maar hoe kwam het, dat hij, in de straat Chanvrerie gevallen, door den agent van politie aan den oever der Seine bij de brug der Invaliden was opgenomen? Iemand had hem uit de wijk der Hallen naar de Champs-Elysées gedragen. En op welke wijze? Door het riool. 't Was een ongehoorde opoffering! Iemand? Wie? 't Was die man, welken Marius zocht.

"Mijnheer Marius, zijt ge hier?" "Ja." "Mijnheer Marius," hernam de stem, "uw vrienden wachten u aan de barricade der straat de la Chanvrerie." Deze stem was hem niet geheel onbekend. Zij geleek de heesche, schorre stem van Eponine. Marius ijlde naar het hek, nam de losse tralie weg, stak zijn hoofd er door, en zag iemand, die hem een jongeling scheen, in de schemering ijlings wegloopen.

Men wachtte hierop met den aanval der barricaden Maubuée, Chanvrerie en Saint-Merry, ten einde slechts met deze alleen te doen te hebben en alles in één slag te kunnen eindigen. In de oproerige wijken werden colonnes geworpen, die de groote straten schoonveegden, de kleine rechts en links doorzochten, nu voorzichtig en langzaam, dan met den stormpas.

Hij wendde het hoofd om en zag in de straat St. Denis, aan het einde der straat Chanvrerie, Enjolras met een karabijn, Gavroche met zijn pistool, Feuilly met zijn sabel, Courfeyrac met zijn degen, Jean Prouvaire met zijn musket, Combeferre met zijn geweer, Bahorel met zijn snaphaan voorbijgaan, benevens de geheele gewapende onstuimige hoop die hen volgde.