United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik weet dat mijn paard het beste is en mijn zwaard het scherpste, en dat mijn helm en mijn schild, die uit de hallen van koning Kiar stammen, de schitterendste van alle zijn." Hagen antwoordde hem, voor anderen onhoorbaar: "Wat denkt gij, dat de vrouw ons wilde zeggen, toen zij ons een ring zond met een wolvenhaar omwonden?

De voortgang van den tijd maakte geen indruk op Jean Valjean; hij bewoog zich niet. Intusschen ontstond omstreeks dit oogenblik in de richting der Hallen een geweldig geschiet; het werd door een tweede nog geweldiger gevolgd; 't was waarschijnlijk de aanval tegen de barricade in de straat Chanvrerie, welke wij gezien hebben, dat door Marius werd afgeslagen.

De ligging der stad is betooverend mooi; het onmetelijke meer met zijn overvloed van licht en glans en zijn hier en daar verspreide liefelijke en vriendelijke eilanden ligt vóór ons uitgebreid; maar de netten en het gaaswerk vóór de vensters, de hallen en deuren zijn welsprekende getuigen van de heerschende malaria.

De koopvrouwen van visch loopen rond met den neus in den wind en een breeden roependen mond, die, daar ben ik zeker van, niemand het laatste woord zouden gunnen en voor haar zusters in het paviljoen der hallen van Parijs niet onderdoen in woordenrijkheid.

Het hoekgebouw aan de landzijde, met zijne drie aardige hoektorentjes om het hooge dak, is het oudste gedeelte: het heeft de geheele 15de eeuw nog zien voorbijgaan. De twee groote gebouwen, die den hoek naar de rivier toe vullen met hunne wat barokke trapgeveltjes, zijn in het laatst der 16de eeuw aan deze oude kern toegevoegd, zeker wel ter vervanging van veel oudere hallen.

Dan treedt een sleep de hallen binnen Van edelvrouwen, jong en schoon, Van ridders, vurig in 't beminnen, Van knapen, vrij en hoofsch van zinnen, En minstreels, die den zang beginnen Voor vrouwengunst en minneloon! Waar is uw luister heengevaren? Herinn'ring bleef slechts van uw praal!

Deze waren zwak, bezaten ziel noch zinnen, hadden geen bloed en geen levenskleur. Wodan gaf hun een ziel, Henir de zinnen en Loge bloed en levenskleur. Toen wilden de goden in hun glorievelden hooge hallen bouwen en zij werden begeerig naar pralende paleizen. Zij reden ter vergadering en hielden raad.

De koopvrouwen van visch loopen rond met den neus in den wind en een breeden roependen mond, die, daar ben ik zeker van, niemand het laatste woord zouden gunnen en voor haar zusters in het paviljoen der hallen van Parijs niet onderdoen in woordenrijkheid.

Die walm stijgt uit de architektuur, waarin de grootsche praalzucht van Lodewijk de XIVde zich oplost tot een stijl van verfijnd comfort en nuffige behagelijkheid: de weidsche hallen en zalen worden omgebouwd tot een labyrinth van vertrekjes en achtertrappen gelijk de ontucht verlangt.

Wij zien uit de Thebaansche recensie, dat er zeven hallen, of woningen, in de Rietvelden waren; deze allen moest de ziel doorgaan, voordat zij door den god in eigen persoon werd ontvangen. Drie goden bewaakten de deur van iedere hal, de deurwachter, de nachtwacht en de ondervrager. Voor den nieuw aangekomene was het noodzakelijk, iederen god bij zijn naam aan te spreken.