Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Och, ai bij veurbeeld daor in zoo'n prentenwinkel kiekt, met wal een doezijn gasvlammen en denkt dan an Geesienmeuije achter heur teunebankien in 't loeg, waorop een pieplampien steet met peterolie en waorbij 't olde mensch er oet zut as de teuvereese van Endor, dan mag men wel van oes zeggen: 't is een volk, dat in de duusternisse zit! Grönningen was nou an de kuijer.

Die handeling van den H. Spiridion, wiens naam hoogst opmerkelijk is, doet ons onwillekeurig aan de bezwering van Melissa denken, die wij in ons eerste hoofdstuk hebben vermeld. Minder onbevangen dan Lactantius was zijn jongere tijdgenoot Eustathius van Antiochië, die een verwoeden aanval heeft gericht tegen Origenes' bovenvermelde bijbellezing over de "tooveres van Endor."

Wij zijn hartelijk verblijd, dat ge in veiligheid zijt; evenwel bidden wij u, op uwe hoede te zijn ten opzichte van deze tweede heks van Endor; want wij zijn in het geheim verzekerd, dat uw Grootmeester, die zich niet in het minste aan roode wangen en zwarte oogen stoort, uit Normandië komt, om uwe genoegens te beperken, en uwe misstappen te bestraffen.

De Viervorst wendde den blik af om te rechterzijde de palmen van Jericho te beschouwen; en hij peinsde over de andere steden van Galilea: Capharnaüm, Endor, Nazareth, Tiberias waar hij waarschijnlijk nimmer meer komen zou. En almaar stroomde de Jordaan door de barre vlakte, die in haar witte dorheid verblindend was als een sneeuwveld.

Buitendien was hij een meester in de edele kunst van buikspreken, eene soort van kermisvertooning welke reeds van overouden tijd dagteekent, want de kerkvader Eustachius verzekert dat de priesteres van Endor, die voor Saul waarzegde, niets anders was dan eene buikspreekster. Als Cesar het goedvond, zakten zijne stembanden tot ver beneden zijne maag.

Geen wonder, dat Gods hand zwaar op ons ligt, en dat wij in het heilige Land stad op stad, voet voor voet, op de ongeloovigen verliezen, daar wij zulke geestelijken, als dezen Aymer, hebben! En wat meent hij toch met die tweede heks van Endor?" vroeg hij zijn vertrouweling ter zijde.

"En gij, die zoo waar kunt gissen," zei Brian de Bois-Guilbert, den mantel voor zijn gezicht weg doende, "zijt geene ware dochter van Israël, maar in alles, behalve in jeugd en schoonheid, een echte tooveres van Endor. Ik ben geen roover, schoone roos van Saron. Ik ben een man, die uwe armen en hals eerder met paarlen en diamanten behangen, dan u van deze sieraden berooven zal."

Toen zeide Saul tot zijne dienaren: "Zoekt mij eene vrouw die over een onderaardschen geest beschikt, opdat ik tot haar ga en haar raadplege. Zijne dienaren zeiden tot hem: "Zie te Endor woont eene vrouw die over een onderaardschen; geest beschikt." Toen maakte Saul zich onkenbaar, trok andere kleederen aan en ging met twee mannen derwaarts.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek