Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


De akademische inrigtingen werden vervolgens in 1632 met een Hortus Botanicus en in 1752 met Laboratorium Chemicum vermeerderd . Vandaar, dat, in weerwil het getal Alumni lands voedsterlingen in 1664 tot op 41 verminderd was, het bij de plegtige viering van het eerste eeuwfeest der Akademie in 1685 bleek, dat het getal der gedurende de eerste honderd jaren ingeschreven studenten niet minder dan 10,643 had bedragen .

Onder meer dan een opzicht biedt San-Fernando de Atabapo de gelegenheid tot belangrijke waarnemingen en studiën, vooral ook op anthropologisch gebied. Bovendien zou men hier eene rijke verzameling kunnen bijeen brengen van visschen uit de Guaviare, den Orinoco, en de zwarte wateren van de Ynirida en de Atabapo. Voor den botanicus zou de oogst hier niet minder overvloedig zijn.

Mijnheer Tiedemann verklaarde zich vriendelijk bereid, den jeugdigen botanicus bij zich in huis te nemen, op voorwaarde, dat directeur Beckmann, hieraan zijn goedkeuring hechtte; deze had hiertegen geen enkel bezwaar. Tweede Hoofdstuk. Op de plantage Mulifanua. Den dag na onze terugkomst verliet mijn vriend Gustaaf Gaedecke Apia, om zich naar de plantage Vaitele te begeven.

De beelden zijn niet van sensationeelen aard, maar er is een wonderlijk spel van verrassende en boeiende détails; het zijn héél kleine, fijn genuanceerde détails, waarvan ik geniet als een botanicus die aan de dorre heide-gewassen onder zijn microscope bloemen en levensteekenen in overvloed herkent. Ik staar om mij heen, op mijne slapende kameraden.

Thans zal geen ter zake kundige meer ontkennen dat de wiskunstenaar, de botanicus, de ontdekkingsreiziger, de arts, de chirurg, de onderzoeksrechter, de advocaat, ieder naar hun aard, krachtens hun scheppende phantasie werken.

Men weet dat de verschillende onderdeelen, waaruit deze wetenschap bestaat, zijn de dierkunde, de botanie, de delfstofkunde en de aardkunde. Nu kon neef Benedictus volstrekt geen botanicus, noch mineraloog, noch geoloog genoemd worden.

Ongetwijfeld heeft de Kapelaan-bijenman, behalve anderen ook, het boek van den Leijdschen botanicus Cluijt voor oogen gehad, daar hij gelijksoortige zegswijzen bezigt en ook de catechetische vorm in vragen en antwoorden gebruikt, doch veel wijdloopiger en meer geregeld dan deze de verrichtingen en werkzaamheden aangeeft.

Korten tijd voor den val van koning Otto had men het, onder de leiding van een bekwaam beijersch botanicus, althans zoo ver gebracht, dat de zoogenoemde tuin ook eenigermate op een tuin begon te gelijken.

Ja wel zeker; ik kan natuurlijk niet bewijzen dat dit onmogelijk is; maar ik houd dan maar eenvoudig vol dat ik er geen sikkepitje van geloof. Dat zulk een vers van acht en veertig regels ontstaan zou zijn door de letters van een of meer letterkasten door elkaar te gooien, dat gelooft niemand. Als zoo iets dergelijks nu eens in den bijbel stond, dan zoudt ge eens wat hooren! Wat een bijgeloovige menschen! Wat een onnadenkende menschen! Met zulke menschen valt niet te redeneeren! Maar verlangt de geleerde monist Haeckel van ons niet iets dat duizendmaal absurder is? Een gedicht over de Schepping, bij toeval ontstaan,.... onzin. Maar de wereld zelve, door toeval ontstaan, diepe wijsheid! Professor Reinke uit Kiel, een botanicus van grooten naam, heeft een geleerd boek geschreven, de wereld als daad, »die Welt als That«; hij bespreekt ook daarin de vraag: is het denkbaar dat een cel in het verre verleden vanzelf is ontstaan uit de anorganische bouwstoffen? Hij verzekert ons dat de kunstmatige vorming van organische verbindingen (b.v. eiwit) uit anorganische grondstoffen nog nooit en nergens is gelukt. Gesteld het onwaarschijnlijke geval dat het lukte, dan moet eene nog moeilijker vraag worden opgelost: hoe is nu daaruit een levende cel ontstaan, die bij hare voeding machine-arbeid verricht, en het vermogen van voortplanting bezit? Want de eerste cel moet, van haar ontstaan

Hij wilde niet nutteloos zijn; dat hij boeken had en botanicus was, belette hem niet te lezen en te tuinieren. Toen hij Pontmercy had leeren kennen, ontstond tusschen den kolonel en hem sympathie, wijl deze bloemen en de ander vruchten kweekte. De heer Mabeuf was er in geslaagd even uitmuntende peren als die van St. Germain te telen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek