United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die rekening kan niet volkomen nauwkeurig zijn, daar die bezinking sneller of langzamer plaats vindt naar gelang van den afstand tot de kusten, van de diepte van het water en van de rijzingen en de dalingen van den bodem. In de aardkunde is men lang niet op zulk een bekend terrein als in de sterrenkunde.

Men weet dat de verschillende onderdeelen, waaruit deze wetenschap bestaat, zijn de dierkunde, de botanie, de delfstofkunde en de aardkunde. Nu kon neef Benedictus volstrekt geen botanicus, noch mineraloog, noch geoloog genoemd worden.

Zoowel de sterrenkunde, als de aardkunde en de paleontologie leeren ons, dat de jaargetijden eerst zeer laat in de ontwikkelingsperiode der aarde ontstaan zijn, en dat in vroeger tijd het klimaat aan de polen hetzelfde was als aan den evenaar, en niet alleen leeren ons die wetenschappen, d

De onderzoekingen van Steno, Pallas, Saussure, Werner, Deluc, Hutton, Playfair, Smith, Humboldt, Cuvier, Lyell, Elie de Beaumont en anderen verhieven de leer der fossielen tot de positieve wetenschap, die een belangrijk onderdeel der aardkunde uitmaakt. Cuvier was in waarheid de schepper der paleontologie.

Hun horizon beperkte zich tot de tegenwoordige natuur. Zij vermoedden niet, dat er eene zichtbare, versteende eeuwigheid achter hen lag. Of indien zij vermoedden, dat ooit andere vormen op de aarde bestaan hadden, waren het voor hen chimaeren, centauren en dergelijke monsters, door de verbeelding gewrocht. De sterrenkunde deed ons de ruimte, de aardkunde, den tijd kennen. Doch zie!

De azoïsche periode wordt in de aardkunde vertegenwoordigd door drie formaties, die in de volgorde harer vorming op elkander liggen en de volgende betrekkelijke dikte hebben: Formaties. Dikte. Azoïsche periode laurentisch 9

Zoo ging hij dan naar Christ's College in Cambridge; doch in stede van zich op de theologie toe te leggen, wijdde hij zich aan plant- en aardkunde, en nam eene uitnoodiging aan om als natuuronderzoeker op H. M. Beagle eene reis om de wereld te doen. Hij aanvaardde deze reis op 27 December 1831 en bleef vijf jaren onderweg.

Dit deel bevat, in den vorm van een Dagboek, eene geschiedenis onzer reis en eene schets van die waarnemingen in de Natuurlijke Geschiedenis en Aardkunde, welke ik denk dat voor den algemeenen lezer van eenig belang kunnen zijn.