Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Mijnheer Tiedemann was zoo vriendelijk, mij en vooral mijn collega Gaedecke, als natuurkenner, uit te leggen, hoe men de kopra, dit gewichtig handelsartikel, het best aankweekt.
Gij moet weten, dat mijnheer Tiedemann, bij wien Gaedecke tot nu toe in de factorij Vaitele geweest is, mij dien jongen man heeft afgeschilderd als bijzonder begaafd in alle zaken, die betrekking hebben op den aanleg van plantages en tropische cultures. Mijnheer Krüger zal, op mijn verzoek, Gaedecke den eersten tijd met raad en daad bijstaan, tot deze wat op de hoogte van een en ander gekomen is.
Toen ik op onze plantage terug was, deelde ik Gaedecke mede, dat ik verlof had gekregen en voegde er bij, dat ik hem aanstaanden Maandag voor een paar dagen verlaten zou, om mijn vrienden in Mulifanua te bezoeken.
Na verloop van een maand waren alle toebereidselen afgeloopen, en mijnheer Krüger verliet ons, om naar Mulifanua terug te keeren, daar hij overtuigd was, dat Gaedecke volkomen in staat zou zijn, het bestuur over de jonge plantage op zich te nemen en deze tot bloei te brengen.
Uit een brief van den directeur aan Gaedecke vernamen wij, dat er binnen eenige weken een grooter aantal Tonga's en inboorlingen van de Salomons-eilanden komen zouden, die in dien tusschentijd door de kapiteins van den naar hier gezonden kotter aangeworven waren.
Op dit oogenblik, terwijl ik nog bezig was de bewegingen der strijdenden in het dal gade te slaan, riep Gaedecke, die eenige meters lager dan ik stond, mij toe: "Richt je kijker eens op gindsche helling aan den overkant, Arendt; als mijn oog zich niet bedriegt, daalt daar een groote troep inboorlingen den berg af en het dal in." "Ja, waarlijk!
Mijn reis- en landgenoot Gustaaf Gaedecke en ik, waren op het punt het schip te verlaten, toen mijnheer Beckmann, de Directeur van de Duitsche Handel- en Plantage-Maatschappij, aan boord kwam, en nadat hij eenige woorden met den kapitein gewisseld had, zich met de vraag tot ons wendde, of wij de twee pas aangestelde bedienden uit Hamburg waren.
Den volgenden morgen ontbeet ik in gezelschap van het jonge echtpaar op de tuin-veranda, pakte mijn boeltje in mijn koffer en reed, na hartelijk afscheid genomen te hebben van Gaedecke dien ik oprecht lief gekregen had en zijn alleraardigst vrouwtje, naar het dal. Vóór dien tijd had ik den opzichter Hendriksen en mijn opvolger reeds vaarwel gezegd.
Gaedecke, Hendriksen en ik hadden onze buksen en revolvers gegrepen, terwijl onze knecht en de kok eveneens van geweren en messen voorzien waren.
Toen ik den volgenden Dinsdag tegen den avond van mijn ronde op de plantages, aan den oostelijken rand van het rivierdal naar huis keerde, bemerkte ik beneden in het dal twee ruiters; in den voorsten herkende ik tot mijn groote verbazing Gaedecke, terwijl de andere een Samoaner was. Ik haastte mij zoo gauw ik kon, de helling af te loopen en kwam bijna tegelijk met de ruiters aan het woonhuis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek