Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"O, waarde Heer," antwoordde Petersen, die waarschijnlijk door het wel wat al te ruim gebruik van bier, tot twisten geneigd scheen, "ga gerust uw gang; wij, mijn vriend en ik, zullen toch voor die Engelsche heeren het veld niet moeten ruimen. Niet waar, Arendt?"

Mocht echter, onverhoopt, de commandant van de 'Porpoise' of mijnheer Maxse, met u willen afrekenen, beste Arendt, dan zal ik u onmiddellijk daarvan op de hoogte stellen. Vaarwel!" Nadat ik daarop van directeur Beckmann afscheid genomen had, voer ik in een kano, die men mij hiervoor leende, naar Laulii, waar ik nog vóór het vallen van de duisternis aankwam.

"Zouden wij niet wachten, tot de maan opgekomen is?" vroeg ik mijn vriend, "het zal nog maar een half uur duren; men kan geen hand voor oogen zien." "Beste Arendt, wij kunnen onmogelijk verdwalen," antwoordde Gaedecke. "De paarden zullen ons veilig tot aan het andere einde van het ravijn brengen."

Je hebt mij zeker als een tamelijk nuchter, in het minst niet romantisch persoon leeren kennen, niet waar, beste Arendt? Welnu, ik kan je verzekeren, dat deze kleine Filina, zoo heet de jonge Samoaansche, het bekoorlijkste schepseltje is, dat mijn oogen ooit aanschouwd hebben; de belichaamde bevalligheid, een fee, in den waren zin des woords.

U zult die vervelende boeken wel weer gauw in orde maken, en u moest eigenlijk blij zijn, dat ik zoo weinig aanleg voor dezen handelstak heb, want anders had men u hier in het geheel niet heengestuurd." "Mijn luchthartige neef heeft hierin werkelijk gelijk, beste Arendt," zeide mijnheer Krüger, die juist bij de laatste woorden van Petersen het kantoor binnen was gekomen.

Ik heet: Hendrik Petersen, en mijn vriend hier, Herman Arendt, beiden in betrekking op de kantoren der Duitsche Handel- en Plantage-Maatschappij op de Samoa-eilanden. Gezondheid!" Na over deze grappige manier van voorstellen gelachen te hebben, klonken wij samen, waarna de oudste heer zich bekend maakte als de bezitter van een grooten Duitschen winkel in Apia.

De Samoaners kunnen zoo dadelijk hier zijn!" "Mijnheer Arendt heeft het bij het rechte eind;" zeide de directeur. "Zoodra de sterren verbleeken of de hemel met wolken bedekt wordt, zijn de schelmen ons op de hielen."

"Met alle genoegen, beste Arendt!" gaf de directeur minzaam ten antwoord. "Breng morgen het geld naar de factorij en leg het zoo aan, dat gij aanstaanden Maandag weer terug zijt; ik ben namelijk van plan op dien dag zelf naar Mulifanua te gaan en wil u dan meenemen."

"Toch stel ik u voor," zeide ik, "dat mijn collega Petersen en ik de loodsen met onze lieden bezetten, om uw oogst te redden, mijnheer Hüsmann. Wij zullen de inlanders met onze geweren wel op een afstand houden." "Gij hebt waarlijk gelijk, vriend Arendt," riep Petersen uit. "Ik zie, dat gij bij de zes en zeventigen in Hamburg uw dienstjaar goed gebruikt hebt.

"Wel bedankt, beste Arendt, datje zoo gauw aan mijn verzoek hebt voldaan," zeide de directeur na de eerste begroeting; "wij gaan een naren tijd tegemoet, want na de komst van admiraal Kauz en zijn vroeger optreden, moet men op alles voorbereid wezen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek