United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Zeg eens, Herman, hebt ge al niet opgemerkt dat, als ge zoo op randool zijt, er altijd iemand medefeest, zwijgend en ingetogen. Het is een stille bijlooper. Hij laat nooit zijn glas ledig staan. Hij spreekt nooit iemand tegen. Hij betaalt nooit wat. Hij is nooit hinderlijk. Laat iemand zijn pijp, zijn regenscherm, zijn zakdoek vallen, hij is 't, die hem opraapt.

"Dat is...." riepen dadelijk eenigen, doch eer ze verder konden gaan, legde de oude heer met een: "Ssst, we kunnen wel samen zingen, maar niet samen praten, ik vraag het aan Herman," dien driftigen mondjes het zwijgen op. "Govert de Plinte is de zoon van Wout, den poldergast, die wel een half uur van hier midden in het land woont.

Hij nestelde zich, de groote jongen van zeven jaar, tegen haar borst. Zeg eens, Ben, is er iets wat je verlangt? Wil je niet iets moois van moes hebben? Neen, dank u. Bijvoorbeeld een wagentje met een klein paard, een heuschig paard, een poney. Dan kan Herman je leeren mennen. Ach neen, dank u! sprak hij op een toon, als verveelde zij hem een beetje.

Het palfreniertje, Herman, zat met gekruiste armen, als gegoten in zijn lichtgrijze livrei met schitterende knoopen, onbeweeglijk en recht, de lippen bijna aanmatigend op elkaâr gedrukt. Het zal stampvol zijn! meende Betsy. Maar het is natuurlijk buiten, we behoeven dus niet bang te zijn voor een plaats....

Herman van Woerden sammelde niet lang, en kwam met eene aanzienlijke krijgsbende Aemstels leger versterken, waarop zy, aldus toegerust, samen den Bisschop, by den Soester eng, tegentrokken.

Herman Van Goodalricke was de vierde Preceptor, die tegenwoordig was; de drie anderen waren Koenraad, Malvoisin en Bois-Guilbert zelf. Herman was een oud krijgsman, wiens gezicht bedekt was met litteekens van de sabelhouwen der Muzelmannen, en die in groote achting stond en veel gezag had onder zijn broeders.

Herman heeft het ook eens gedaan, want, nicht, de jongens zyn zoo! Dus: Sietske was dáár! En... Vrouw Claus was haar nicht, en heette ook Sietske! En... 't meisje dat op de tafel stond... Och, op-eens voelde Wouter zich weer minder gelukkig! Hy kon maar in 't geheel niet wys-worden, noch uit het gebeurde, noch uit z'n aandoeningen. Lichamelyk gevoelde hy zich welvarender dan ooit...

De zaak der Christenen was echter in Palestina, na den val van het Koningrijk Jeruzalem verloren: daarom besloot de vierde Ordemeester, Herman van Salza, den zetel der Orde naar Venetië over te brengen. Herman van Salza, een der edelste en grootste mannen van zijnen tijd, was de adelaar, op wiens stoute vleugelen de Orde zich tot eene ongekende hoogte verhief.

En oom Sybrand hield 'n paar zeeuwen omhoog. O God, m'nheer, ik durf niet thuis komen, riep Wouter! Wie zal dat betalen? Ik heb geen geld, m'nheer! En moeder... In de drukte verstond Holsma hem niet. Maar Sietske wel. Sjt! fluisterde zy. Ik ben zeker dat papa 't betaalt, maar anders... ik heb wel geld. En Willem ook. En Herman ook. Wees gerust... Maar dit verstond Wouter weer niet.

Hy was waarlyk zulke liefelykheid niet gewoon, en toen Sietske weer plaats had genomen, zag ze dat er 'n traan over z'n wangen rolde. Mama, ik heb 'n zilveren lepel by de vlâ gelegd. Dit is immers goed? Zoo'n porseleinen ding is topzwaar... ik heb 't wel al driemaal laten vallen, en Herman kan er ook niet mee terecht. De moeder knikte haar vriendelyk toe. Krygen we nu Van Noort, papa?