United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan wien meent gij, mijne broeders, dat wij het pand van den strijd moeten overgeven, en hem dus tot onzen kampvechter benoemen?" "Aan Brian De Bois-Guilbert, die er hoofdzakelijk in betrokken is," zei de Preceptor Van Goodalricke, "en die bovendien het best weet, hoe het met de waarheid in deze zaak staat."

"Brian De Bois-Guilbert," zei de Grootmeester, "gij hoort de vraag, waarop onze broeder van Goodalricke begeert, dat gij antwoorden zult. Ik beveel u hem bescheid te geven." Bois-Guilbert wendde het hoofd naar den Grootmeester, toen hij dus aangesproken werd, en bewaarde het stilzwijgen! "Hij is door den duivel der sprakeloosheid bezeten!" zei de Grootmeester. "Wijk, Satanas!

Vervloekt zij Goodalricke, die mij dezen strik gespannen heeft! en dubbel vervloekt zij Albert de Malvoisin, die mij in mijn voornemen verhinderde, om den handschoen in het gezicht van den bijgeloovigen ouden dwaas te werpen, die eene zoo ongerijmde aanklacht tegen een zoo hooghartig en bekoorlijk schepsel aanhoorde!" "En wat baat thans uw razen of vleien?" antwoordde Rebekka.

"Eerwaarde vader," antwoordde de Preceptor Van Goodalricke, "geene betoovering heeft invloed op den kampvechter, die optreedt om in een Godsgericht te strijden." "Gij hebt gelijk, broeder," hernam de Grootmeester. "Albert Malvoisin, geef dit onderpand van den strijd aan Brian De Bois-Guilbert.

Zonder de vervloekte tusschenkomst van dien dweepzieken domoor en gek van Goodalricke, die, ofschoon een Tempelier, veinst volgens de regels der menschelijkheid te denken en te oordeelen, was het een gewonen ridder der Orde en niet een Preceptor ten deel gevallen, om te strijden.

"En nu," vervolgde de Grootmeester, "daar de vraag van onzen broeder van Goodalricke zoo onvolledig beantwoord is, willen wij ons onderzoek vervolgen, broeders, en, met behulp van onzen beschermheilige, dit goddeloos geheim tot op den grond toe nasporen. Laten zij, die iets te getuigen hebben aangaande het leven en het verkeer dezer Jodin, te voorschijn treden."

Herman Van Goodalricke was de vierde Preceptor, die tegenwoordig was; de drie anderen waren Koenraad, Malvoisin en Bois-Guilbert zelf. Herman was een oud krijgsman, wiens gezicht bedekt was met litteekens van de sabelhouwen der Muzelmannen, en die in groote achting stond en veel gezag had onder zijn broeders.