United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


«Oude praat, vriendantwoordde de schoenmaker, «wij zullen elkander binnen twee of drie jaren spreken, als het God belieft, en dan zullen wij eens zien, wie het verste zijn zal. Mijn zoon Jules is naar Parijs om zijnen stiel te leeren: daar verwacht ik veel van.» «Wie is er naar Parijs, zegt gij? Jules? Ik dacht, dat ik de peter van uwen eenigen zoon was, en dat hij Jan heette gelijk ik

Wat zij onder dat woord verstond is niet heel duidelijk, maar zeker is het, dat zij dadelijk weer naar Kazan terugging, eenige schuiten bestelde en daar alles op laadde wat zij maar van Jasnaja Paljana weg kon sleepen. Zelfs de bedienden nam ze mee: den meubelmaker, schoenmaker, slotenmaker, kok, behanger, enz.

"De burgemeester is op den bruine van den ouden Bräsig aan den haal gegaan. Ik heb hem een' wenk gegeven, en, roef! was hij weg." "Jongen, wat praat je?" zeide de vrouw van den schoenmaker Bank, die, over de onderdeur, naar haren man uitkeek.

En hij riep toen naar binnen door de deur. »Vrouw, kom toch eens, daar is een vogel! kijk toch eens die vogel, hij kan zoo mooi zingenEn hij riep zijn dochter en de kinderen en de knechts, en de meid, en ze kwamen allemaal op straat en keken naar den vogel, hoe mooi hij was; hij had roode en groene veeren, en om zijn hals was het als zuiver goud, en zijn oogen blonken in zijn kop als sterren. »Vogelzei de schoenmaker, »zing nu dat stuk nog eens.« »Neenzei de vogel, «tweemaal zing ik niet voor niets, je moet er mij wat voor geven.« »Vrouwzei de man, »ga naar de zolder: op de bovenste plank staan een paar roode schoenen, breng die benedenToen ging de vrouw heen, en haalde de schoenen. »Daar vogelzei de man, »zing nu dat stuk nog eensToen kwam de vogel en nam de schoenen in den linkerpoot en vloog weer op het dak, en zong: »Mijn moeder, die mij slacht, Mijn vader, die mij at, Mijn zusje Marleentje, Zij zocht al mijn beentjes, Legt ze in een zijden doek, Onder den amandelboom, Kiewit, kiewit, wat een mooie vogel ben ik

De Friesen volgden weêr hunne eigene wyze om zich, in scherts, zulke geslachtsnamen te formen. De bleeker in Friesland noemde zich Osinga, de slachter Bylsma, de schoenmaker Elsinga, de glazemaker Glasstra, de timmerman Latsma, de schipper Scheepstra, enz. Al die namen bestaan thans nog als geijkte maagschapsnamen, en houden de herinnering aan het voorvaderlike bedrijf levendig.

't Was dus geen wonder, dat Bob er weldra een getikt had. Dezen keer was Cor Valk de zoeker. En nu gelukte het Bob een plaatsje te vinden, waar men hem, naar hij dacht, stellig nooit zoeken zou. 't Was wel eene gewaagde, ja, zelfs zeer gewaagde onderneming van hem, maar het gevaar dat hem dreigde van den kant van den schoenmaker was hij nu al geheel vergeten.

Ik heb mijne wijding als kunstenaar ontvangen, zeide hij tot zijn vader, thans zal ik mijn weg wel maken. Maar de schoenmaker schudde het hoofd: Maak geene kunst tot uw beroep, gij moet van kunst niet eten, dat is mijne leer: gij moet haar bewaren tot uwe bezieling, tot iets heiligs.

De heer Lynch had dezen berg beklommen, en in de nabijheid van den krater een ziaret ontdekt, een soort bedehuis voor pelgrims, waar mohammedaansche vrouwen, met bloote voeten op het ijs staande, in aanbidding knielden voor een hertengewei. De andere ziaret bevond zich op den top van den Bingoel, zoogenaamd een gedenkteeken ter herinnering aan Goshkar Baba, den schoenmaker van den Profeet.

Hij vond het geval allervermakelijkst en was ten volle overtuigd, dat hij veel meer succes had gehad, dan hij met reden had mogen verwachten. Eindelijk kwam hij tot bedaren. »Wat zei je ook weêrvroeg hij. »O ja, die schoenmaker, ? Nu ja, hij heeft me nog niet! Ik kan harder loopen dan hij.» »Nu, ik waarschuw je, want hij zal meer dan kwaad zijn.» »Och kom, dat zal zoo'n vaart niet loopen.

De Engelsche dames werden hierdoor geanimeerd, en daarom ook de Hollandsche heeren. Pols bleef te huis; want hij wachtte den schoenmaker, om de schoenen met spijkers te passen; hij durfde zijn Rotterdamsch schoeisel niet aan de ongelijke straatsteenen van Schaffhausen wagen. Zeer voldaan keerde het gezelschap van dien togt terug.