United States or Hungary ? Vote for the TOP Country of the Week !


De mansvóórnamen, in deze geslachtsnamen besloten, zijn allen oud-germaansche namen, en grootendeels nog heden ten dage by de Friesen in gebruik. De mansvóórnamen Benno en Otto zijn by de meeste germaansche volkeren, by de Duitschers in de eerste plaats, nog heden in volle gebruik. Zy hebben oorsprong gegeven aan de friesche geslachtsnamen Bennema en Ottema.

Maar de Friesen afgetrokken zynde, zo quamen de Noormannen tusschen Kornwerd en Hindeloopen, dat doe noch een dorp was, weder te land, welke plaatzen zy uitplonderden, en daags daar aan verbranden. Doch die van Staveren, het eerste zulks gewaar wordende, verjoegenze nochmaals, veroverden van hen vyf schepen en al dien geroofden buit.

Deze o is althans reeds van ouds her, even als nog heden, meer by de Oost-Friesen en Groningerlanders in gebruik achter hunne friesche mansvóórnamen, dan by de westerlauersche Friesen. In deze eeu vooral heeft de schrijfwyze met o weêr meer veld gewonnen, en komt ook by de westerlauersche Friesen meer en meer in gebruik.

Maar Azinga, door een pyl zwaar gewond zynde, vlugten de Friesen, hem brengende op zyn slot, omtrent een halve myl van Staveren, op de Kreil. De Friesen maakende ondertusschen, buiten zyn bevel, eenen tweeden aanslag, versloegen nochmaals 500 mannen; waar tegen zy 300 Mannen verlooren, en zyn alzo met overwinning en goeden buit weder gekeert.

Van daar ook, dat men onder de Friesen, vooral van den kleinen boerenstand, nog heden zoo menigvuldig geslachtsnamen vindt van oude, 't zy dan adellike of eigenerfde-boerengeslachten, die reeds voor eeuen zijn uitgestorven.

Die namen, mannen of zonen van Sirik, Sierk en van Brungar, Bronger beteekenende, komen nog heden onder de Friesen als de geslachtsnamen Sierksma en Brongersma voor.

Zy bestaan, in hunnen oorspronkeliken form, uit twee deelen: uit den een of anderen mansvóórnaam in den tweeden naamval, en uit het achtervoechsel ma; b. v. En dit achtervoechsel ma beteekent eenvoudig man. Zoo geven ook de Friesen in het dageliksche leven den naam van Likelsgea of St. Liklesgea aan het dorp St. Zie bl. 64.

Eindelik nog, hoe zulke namen ook uit misverstand kunnen ontstaan zijn, daar van is my een zonderling geval bekend, het welk ook reeds in De Navorscher, dl. XXVII, bl. 387 door my is medegedeeld. In het midden der vorige eeu kwam een eenvoudig man, die geen geslachtsnaam had, gelijk de meeste Friesen uit den geringen stand in die dagen uit het dorp Beers in Friesland, te Leeuwarden wonen.

De Keizer hun verzoek toestaande, sloegen zy aanstonds hand aan 't werk, en bragten het, na eenige schermutselingen, zo verre, dat zy gemelde Romeinen weder naar binnen dreeven, en mede ter poorten indringende, maakten de Friesen zich meester van de stad; en Magnus plante zyn vendel op het hooge raadhuis, dat de Romeinen Capitolium noemen, hoe dat het de Franschen ook speet.

Zie mijne verhandeling over den loop der rivieren door het land der Friesen en Batavieren bl. 49 in de Vrije Fries, IV Deel 1e Stuk, 1845. Met nog eene opmerking betreffende de taal wil ik eindigen. Zij die nog slechts eene oppervlakkige inzage van het H. S. hebben kunnen nemen, zijn getroffen door de beschaafdheid van de taal en de overeenkomst met het tegenwoordige Friesch en Hollandsch.