Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Omtrent den jaare 671 hadden de Friesen eene goede vrede, terwyl 't rondom door de wapenen der Franschen als in den brand stond: want Adgild, erkennende van wien hy 't Ryk ontfangen hadde, deed alles naar der Franschen zinnelykheid , en liet de Christenen hunne godsdienst met alle vryheid oeffenen.
Maar by de oosterlauersche Friesen, dat zijn de hedendaagsche Groningerlanders en Oost-Friesen, die in hunnen tongval breeder zijn dan hunne westelike buren, en gerekter spreken, bleef die toonlooze e in deze oude patronymika bewaard.
Tjeenk is dan naar myne meening, eene samentrekking van Tjedink, en dit weêr een door klankwyziging veranderde form van Tjadink, Tjading, Thiading, Thiadinga, het friesche patronymikon van den oud-frieschen mansnaam Thiad, die door de Friesen als Tjaad, Tjade wordt uitgesproken, en, onder dien form, nog wel als mansnaam by hen in gebruik is.
Alle redenen, waarom Karel zich weder naar Aken heeft begeeven. En de Friesen, de handen nu ruim krygende, tasten hunne vryheid weder aan, voorneemende dezelve met alle mogelyke middelen tegen alle vyandelyke aanvallen te verdeedigen. Dus quam het bestier weder tot de volgende
Op deze vraag vinden wij hier het antwoord in de Friesche lezing van de geschiedenis. Alexander had die schepen aan den Indus gekocht van, of laten bouwen door de daar gevestigde afstammelingen van de Friesen, de Geertmannen, en van hen scheepsvolk in dienst genomen, en aan het hoofd van deze bevond zich Friso.
Het paleis bestond uit een middengebouw en twee vleugels; de plaat op bladz. 37 geeft den voorgevel van den linkervleugel te aanschouwen, die zeer schoon en uitmuntend goed bewaard is gebleven. Deze façade bestaat uit drie vooruitspringende lijsten, die twee friesen begrenzen, waarvan de versiering uit dezelfde motieven is saamgesteld.
Dat zy voor dit vuur niet behoefden te vreezen; om dat 'er na eenigen tyd wel wat kouds op mogt volgen. In den jaare 163 deeden de Friesen, met de Oosterlingen en Katten een inval in Frankenland, daar zy 't zeer verwoesten. In den jaare 164 is in het zuidwesten, omtrent een halve myl van Staveren, een put gegraven, die zo veel zout water opgaf, dat men vreesde het geheele land zoude onderloopen.
En Juwinga, de Friesen tegen hem niet kunnende afraaden, om geen slag met hen te waagen, kreegen zy by Schooterzyl de nederlaag, en verlooren omtrent 500 mannen, als mede den Landsheer zelve. Daar na trok Albrecht naar de Lauwers; daar de Friesen hem tegenstonden.
Het kunnen verlatynschingen zijn van twee oud-germaansche mansvóórnamen, of ook kunnen het deze zelfde namen zijn in hunnen eigenen oud-germaanschen form, die van den latynschen niet afwijkt; zie bl. 71 en bl. 20. Het kunnen ook namen zijn, aangenomen als die van de vermeende oude hooftlingen, aanvoerders, stichters, de fabelachtige stamvaders der Friesen en Groningers.
Eigenaardig is het dat er onder de friesche Israëliten ook byzonder-friesche geslachtsnamen voorkomen. Deze joodsch-friesche namen, door de friesche Israëliten in navolging van de namen der ware Friesen aangenomen, zijn ten deele afsonderlik en opsettelik door hen geformd, gemaakt, bedacht; gedeeltelik ook, als reeds onder de Friesen bestaande, overgenomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek