Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


In den jaare 1571 hebben de Friesen alomme, gelyk ook die van Braband en Vlaanderen, de beelden bestormt, en de paapen en monniken weder het land uitgejaagt. In den jaare 1572, den 7de van January, overleed binnen Zwol, de Graaf van Megen, Gouverneur van Friesland, Groningen, enz. In wiens plaatze hem opvolgde Gillis van Barlamond, Heere van Hierges.

Hier volgen eenige oud-friesche vadersnamen, die allen den zuiveren ouden form op inga eindigende, vertoonen: Abbinga, Benninga, Bottinga . Deze namen komen, met zeer vele anderen soortgelyken, nog heden als geslachtsnamen in de friesche landstreken van Nederland voor, en zijn ook allen ontleend aan mansvóórnamen, die nog heden by de Friesen in volle gebruik zijn.

Hier na quamen de Hollanders met een machtig leger in Friesland vallen, tot omtrent Schooterzyl: alwaar zy door de Friesen wierden tegen gestaan, vegtende aan weêrskanten zeer scherp, tot beider groot verlies; want de Hollanders de overwinning hebbende, verlooren nochtans 1300 mannen, zo aan dooden als gevangenen, en de Friesen daarentegen 600 mannen.

In den jaare 180 vielen de Friesen met een groote furie in Walsland, afloopende of bedervende al wat hun voor quam; waar doorze by hunne vyanden een grooten naam en verbaastheid hebben gemaakt. In den jaare 183 hebben de Wenden en Gotten, uit de Noordsche Landen opgeborsten, verscheidene volkeren overvallen.

Ook by de Friesen is inga de zuiverste en oorspronkelikste form, even als ing by d' andere Germanen. Van al deze verschillende formen van patronymika wil ik hier eenige geslachtsnamen als voorbeelden vermelden, en nader verklaren.

Of zy brengen ons de gestalten te binnen die eene rol vervullen in onze oude volksoverleveringen. Zy spreken ons van de roemryke dagen der Gothen, Friesen, Saksen, Franken, uit den tijd toen het kerstendom met de namen van zynen stoet van bybelsche personen en kerk-heiligen, nog niet begonnen was de roemruchtige, schoone, volkseigene namen van onze eigene voorouders te verdryven.

In den jaare 1110 quam Hendrik de Dikke, zoon van Otte, Hertog Van Beijeren, om Friesland af te loopen, dat hem de Keizer reeds geschonken had: doch de Friesen, om hunne vryheid te beschermen, joegen zyn volk by Norden op de vlugt, en hy zelve wierd door de zeelieden aan 't strand gegreepen en in zee geworpen.

Want deze naam, die tegenwoordig nog slechts by de Friesen in zwang is, was oudtijds algemeen eigendom van alle germaansche stammen. En dit is ook van toepassing op de andere bovengenoemde patronymika, en op de mansvóórnamen, waar zy van afgeleid zijn.

Dagobert, Koning van Oostvrankryk, bouwde te dezer tyd een slot, nevens Wiltenburg, dat hy Utrecht benoemde, alwaar de schepen, die uit zee den Rhyn opvoeren, zich moesten vertollen. Welke plaats in voorigen tyd den Friesen had toebehoort.

Een man b. v. die in Friesland woonde, schreef zynen geslachtsnaam als Hesslinga, omdat hy zynen naam steeds zóó, met het volle inga er achter, door de Friesen, zyne landgenooten, hoorde uitspreken. Zijn broeder woonde in Twente, en deze schreef zynen naam, om de zelfde reden, als Hesselink.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek