Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Van de vele oud-friesche patronymika op ia eindigende, zijn de volgenden nog als hedendaagsche geslachtsnamen in leven. Al deze patronymika zijn ook weêr van oud-germaansche mansvóórnamen ontleend, waarvan eenigen nog heden by de Friesen als zoodanig in gebruik zijn; b. v. Botho of Botte, Bruno of Bruin, Dodo of Doede, Sine, enz. Over Groenia, Groeninga, afgeleid van Gruno, zie men bl. 29.

Liever wil ik hier aan een patronymikon blyven denken. Het is dus twyfelachtig, of de beide laatstgenoemde namen Steenge en Hofsteenge wel tot deze groep van geslachtsnamen moeten gerekend worden, en of zy misschien niet tot de geslachtsnamen, aan plaatsnamen ontleend, behooren. De Friesen hebben in hunne taal veel eigenaardigs, veel byzonders. Dit blijkt ook uit hunne eigennamen.

Verder in dit werk zal de gelegenheid zich voordoen, deze onregelmatigheden nader aan te toonen. Vooral te Groningen, waar de Drenten in de onmiddellike nabuurschap zaten van d' ommelandsche Friesen, kwam deze verscheidenheid in spelling dikwijls voor.

Daarby zijn deze geslachtsnamen dikwijls versleten, samengetrokken uit hunne volle, oorspronkelike formen; of ook afgeleid van mans- en plaatsnamen die tegenwoordig onder de Friesen niet meer bekend of in gebruik zijn. Daardoor zijn ze vaak moeielik om te verklaren.

In vorige eeuen, tot in het begin van de tegenwoordige, was dit gebruik nog veel meer in zwang, wijl de meeste Friesen uit de lagere standen toen geene geslachtsnamen hadden, en anderen hunne geslachtsnamen volkomen verwaarloosden.

Van waar Brederode, meenende de schans te Molkwerren, dat Winsemius ook Molkenhuizen noemt, in te neemen, doch mislukte: maar wierd van de Friesen geslagen, en hy zelve gevangen genomen. Doch weinig tyd hier na is de vrede geslooten in den Briel, tusschen Johan van Beyeren, Graaf van Holland, de Friesen en de stad Groningen en Ommelanden.

Onze Fries Harle werd door de prediking en het voorbeeld van den eenen of anderen ierschen of schotschen monnik, die als zendeling onder de heidensche Friesen het kerstengeloof verkondigde, genoopt om het ruwe jagers- en visschers- of zeerooversleven, of ook het zwervende herdersleven dat hy voerde, te laten varen.

Omtrent den jaare 44, als de Friesen wel met de Romeinen stonden, en dat Diokarus zich ook by den Roomschen Keizer Claudius ten stryde begeeven had, daar hy groote eer behaalde, was 'er een groote hongersnood in 't land. In den jaare 46, als Seegen den staat des lands loffelyk bedient had, is hy in tyd van vrede gestorven: en zyn oudste zoon Dibbald Seegen is de zesde Prins der Friesen geworden.

Omtrent dit jaar heeft Philip de Goede, Hertog van Bourgondien, en Graaf van Holland, eerst door veele laagen, en daar na door dreigementen, Friesland getracht te overmeesteren. Doch de Friesen hier tegen, maakten gezamenlyk eene onderlinge verbindtenisse, om hem met een gemeene macht tegen te gaan.

Waar op Georg van Saxen, geen middel ziende om de Friesen weêr onder zyn geweld te krygen, uit het land vertrokken is; laatende zynen Stadhouder Everwyn, Graave van Benthem, alhier.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek