Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Maar die oude patronymika zijn tot op den dag van heden verbonden gebleven aan de stam-staten en stam-saten dier geslachten, en in 1811 of ook eerder, heeft menige Fries, die toevallig die state of sate, soms ook slechts als pachter bewoonde, zich den ouden naam daarvan, die oorspronkelik de naam was van een reeds voor eeuen uitgestorven oud-friesch geslacht, als geslachtsnaam toegeeigend.
Dat die namen grootendeels reeds zeer oud zijn, en dus, in het verloop der eeuen, veelvuldig uit het eene gewest in 't andere zijn overgebracht, acht ik de oorzaak van deze gelijkformigheid onderling.
Trouens, Aalsmeer, dat eeuen lang, zoo lang de Haarlemer-meer nog meer was, een afgelegen dorp bleef, heeft eene eigenaardige bevolking, waaronder Oud-Doopsgezinden en Oud-Roomschen, die tot in deze eeu aan hunne oud-hollandsche, eenvoudige zeden getrou bleven, en zich door allerlei eigenaardigheden in kleeding, levenswyze, enz. van de andere hollandsche dorpelingen bleven onderscheiden.
Immers men kan wel met zekerheid aannemen dat deze hedendaagsche geslachtsnamen in vorige eeuen door de stamvaders dier geslachten als eenvoudige vóórnamen, als eenige namen, zijn gedragen geworden; en dat zy, geheel zoo als patronymika, op de kinderen en het verdere nageslacht van die mannen, eerst als toenamen, ter onderscheiding, zijn overgegaan.
In vorige eeuen, toen de aanzienliken, vooral de geleerden onder de Friesen hunne namen verlatynschten, toen zy van Hette maakten Hector, van Tjaard Tarquinius, van Tjibbe Tiberius, toen verformden zy Sjoerd tot het barbaarsche Suffridus, een mansvóórnaam die nog heden onder de Friesen in gebruik is. De drie laatsten in Oost-Friesland.
De naam Lintwurm is afgeleid van den ouden naam, waaronder de draak of eenig ander fabelachtig ondier in sagen en maren optreedt. Tegenwoordig spreekt en schrijft men van den »Heiligen George met den draak;" oudtijds echter van »St-Joris met den lintwurm." Eene afbeelding daarvan kwam in vorige eeuen niet zelden als gevelteeken voor.
Oppervlakkig zoude men denken dat de Israëliten geslachtsnamen zouden dragen, aan de hebreeusche taal ontleend. Dit is echter slechts by uitzondering het geval. Hoe vele eeuen zijn er ook niet reeds verloopen, sedert de hebreeusche taal de eigenlike volksspreektaal der Joden was!
In § 60 zal deze byzondere naam nader besproken worden. Dat het woord zoon in vorige eeuen niet aldus, maar als zone, zoone, sone, soone, soen, soon gespeld werd, is bekend. Van daar dat eenige hedendaagsche geslachtsnamen nog die oude formen en spelwyzen vertoonen.
Omstreeks het jaar 1000, ook een paar eeuen vroeger en later, waren deze patronymika by de germaansche volksstammen in volle gebruik, en dienden ze wel als geslachtsnamen. Na de 10de eeu kwamen er ook andere namen in gebruik, ter nadere aanduiding van personen.
En deze gewoonte, by alle geletterden en geleerden van het christelike Europa in gebruik, hield niet aleen in de 16de en 17de eeu stand, maar nam, by de hooge vlucht welke de beoefening der oude letteren vooral in die eeuen nam, groote verhoudingen aan, en werd zeer algemeen toegepast.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek