United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook kan ik hier niet dieper doordringen in de eigenlike beteekenis, in taalkundigen zin, van dit achtervoegsel ing; noch van het voorkomen er van, ook in plaatsnamen zoo wel als in geslachtsnamen, by al de verschillende germaansche volken.

Men kan in een dergelijk geval wel uit de oudste plaatsen het oudste desnoods het "oorspronkelike" beeld trachten te vinden, als men dat maar niet als het "echte" of "eigenlike" tegenover de latere "onechte" of "verbasterde" stelt. Feitelijk is de uitdrukking, ondanks de gelijkheid van klank en betekenis, iets anders, iets nieuws geworden.

Het hoogduitsche Zimmermann en het fransche Carpentier zijn als geslachtsnamen in Nederland ook niet byzonder zeldzaam. Nevens de eigenlike timmerlieden behooren ook de kastemakers of schrijnwerkers, de scheepstimmerlieden, de wagenmakers, en eenige anderen tot dit gilde.

Op deze bals waren de slaven, die vaak zeer muzikaal waren, de muziekanten. De eigenlike huweliksinzegening had meestal plaats op Zondag. Bij een sterfgeval gaf de koster daarvan gewoonlik kennis aan vrienden en bloedverwanten en nodigde hen tot de begrafenis uit.

Maar wat hunnen aard aangaat, wat de oorsprong en eigenlike beteekenis betreft der woorden, die aan deze geslachtsnamen ten grondslag liggen, kan men ze tot de eigenlike patronymika, in den naukeurigen zin van dit woord, niet rekenen. Ik noem ze dus oneigenlike vadersnamen, quasi-patronymika. Zy zijn volkomen op de zelfde wyze ontstaan als de werkelike patronymika.

Zy deden toen echter nog gewoonlik slechts dienst als eenvoudige vadersnamen, als toenamen die maar voor eenen enkelen persoon golden; geenszins als eigenlike geslachtsnamen. Zoo vind ik in eene oude vlaamsche oorkonde, welke afgedrukt is in de Annales du Comité flamand de France, Duinkerke, 1853, bl. 244, zekeren Karstiaen ser Boidekins soene vermeld, als schepen van de stad Damme, in 1286.

Ofschoon de mogelikheid bestaan blijft, dat deze namen wel eens in hunne eigenlike beteekenis bedoeld zijn, zoo zal toch in den regel dit woord keizer, koning, enz. wel als een bynaam voor den eenen of anderen burgerman gegolden hebben; zie § 119. Niet dat ik wil beweren dat geestelike heeren geen zoons hadden.

Behalve in Westfalen, vooral in 't eigenlike Munsterland bewesten de stad Munster, waar zulke namen onder den erfgezetenen boerestand naueliks minder talrijk voorkomen als in onze saksische streken, treft men deze patronymika ook wel in andere nederlandsche gouen aan, waar ze ook oorspronkelik inheemsch zijn.

Dit zijn oude, byzondere benamingen voor den touslager. Pauli. Een reep is een plat gevlochten tou. Waarschijnlik behooren de namen Corver en Korver ook te dezer plaatse, als beteekenende korfmaker. Een groot aantal andere bedryven en kostwinningen zijn er nog, die men tot de eigenlike handwerken of ambachten niet rekenen kan, en evenmin tot den handel.

I, bl. 28 , van den jare 1457 komt Jarich Joenkis zoen voor; dat is: Jarich Joenkes zoon. En deze zelfde man heet in eene andere oorkonde van dat zelfde jaar dl. I, bl. 30 slecht weg Jarich Joenkis. Merkweerdig is het, dat de geslachtsnamen op is en isz heden ten dage juist niet meer in 't eigenlike Friesland voorkomen, maar meest in Noord-Holland.