United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


De banden, die den helt benaeuden aen de leden, Die worden los gemaeckt of veerdigh af-gesneden; En voor het duyster hol, dat hem gevangen hout, Soo komt hy voor den dagh geçiert met enckel gout. 1420 Syn vader wert terstont daer in de stadt beschreven*, En die heeft metter daet sigh op de reys begeven, Die koomt in haesten aen, verheught en wel gesint, Vermits hy synen soon soo wel verselschapt* vint.

Och starre, jij moet er niet stille staan, Je moet er met ons tot Bethlehem gaan. Tot Bethlehem, in die schoone stad, Daar Maria met haar klein kindeke zat. Hoe kleiner kind, hoe grooter God: Een zalig Nieuwjaar verleen ons God. Noordwijk: Daar al de Joden mee hebben gespot. Des waren sij vro. Alle mijnen troost, mijn toeverlaet is Maria soon.

In sommige geslachtsnamen is het woord zoon, soon nog meer verkort, dan tot zen, sen of se; het is samengekrompen tot eene enkele z, die men daarenboven slechts in geschriften ziet, maar in de uitspraak niet hoort.

Natuurlik formde men oudtijds de nieuformige patronymika, die oorspronkelik anders niet zijn dan eenvoudige tweede-naamvals formen, even zoo op en. Zulke namen en toenamen als Marten Huyghen soon, Govert Thysen zone, Gerlof Bruynen zoon en Harm Foppen seun kan men in oude oorkonden zeer talrijk vinden.

In § 60 zal deze byzondere naam nader besproken worden. Dat het woord zoon in vorige eeuen niet aldus, maar als zone, zoone, sone, soone, soen, soon gespeld werd, is bekend. Van daar dat eenige hedendaagsche geslachtsnamen nog die oude formen en spelwyzen vertoonen.

Iupijn, wel eer geseyt de grootste van de goden, Is uyt syn hoogen troon tot in het wout gevloden, En heeft daer aen-gedaen het wesen van een stier, Of van een wilde swaen, of ander selsaem dier. 680 Heeft niet Alcmenaes soon,* die monsters had verwonnen, Den spin-rock aen-geveert, en als een wijf gesponnen, En vry al meer gedaen dat noyt een deftigh man, Bezijden dit geval, ter eeren duyden* kan?

Over Lyse, de stamnaam van Lyseseune, zie men nader § 59. By het grootste deel der nederlandsche nieue patronymika is het oorspronkelike achtervoegsel zoon, soon nog meer versleten en verbasterd, dan in bovengenoemde voorbeelden aangegeven is. Namelik tot zen, sen, se en zelfs tot eene enkele z of enkele s.

Vooreerst merke men op, welk een uitgestrekt gebruik Shakespeare maakt van zoogenaamde doggerel rhymes of knuppelverzen, die in oudere Engelsche tooneelwerken veelvuldig gebezigd worden, zoodat zelfs geheele stukken er in geschreven werden; Shakespeare gebruikt ze alleen voor boertige tooneelen of gezegden, maar oudere tooneelschrijvers achten ze ook voor ernstige onderwerpen geschikt; zoo geeft in een ernstig stuk van 1570 of daaromtrent, Damon and Pithias geheeten, Dionysius zijn rechtspraak met deze woorden: "Pithias, seeing thou takest me at my word, take Damon to thee: For two months he is thine; unbind him, I set him free; Which time once expired, if he appear not the next day by noon, Without further delay thou shalt lose thy life, and that full soon."

Hij leest: "Hoogedelgestrenge Heer! "Op uw verzoek meld ik u, dat de goederen onzer parochie Waechtel cum annexis, inderdaad voor het grootste deel bestaan uit een donatie van wijlen den grave Arend Van Armeloo, ter eere geschonken en gelegateerd aan onze Lieve Vrouwe en Heilige Moeder de Kerk, zijnde dit geschied, zooals uit het charter blijkt, "ad pias causus, met vollen consent van zijnen veelbeminden soon Herbert van Armeloo, in den jare onzes Heeren vijftienhonderd en tien, bij zijn vollen kennis en verstande op het grafelijk slot Waechtel."

De geslachtsnamen die deze versletene formen vertoonen, zijn veel talryker dan die welke op de vollere formen son, zon, soone, enz. uitgaan. Zie hier eenige geslachtsnamen, waar het oorspronkelike soon of zoon tot sen of zen is verbasterd: Freerkszen, Harmszen, Janszen, Janssen, Janzen en Jansen, Klaassen en Klaaszen, Lambrechtsen, Meinertsen, Pietersen, Willemsen.