Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Vrouwe moeder, bi sente Symoen, Dat ghi begheert, willic u gheloven, Opdat ic metter maghet mach hoven Op mine camere, ic ende si.
En nog is 't niet genoeg gedaan: Het moest er vrij wat holder gaan; Ten leste neemt de losse kwant En giet ook water metter hand, Juist als Diana voortijds plag, Als zij Acteon bij haar zag: Hij goot het water hier en daar Tot in haar schoon gekreukeld haar, Zoodat, hetgeen eerst geestig stond, Geleek een natten waterhond.
Voorts hebben wij, blijkens deze compilatie, zelfstandige bewerkingen gehad van CRESTIEN DE TROIE'S Percevael, van de Wrake van Ragisel, een Walewein-boek, een roman van den Ridder metter mouwen en de vertaling van een paar Fransche fabliaux uit dezen kring van verhalen . In den Lancelot vinden wij vele "wandele" of "dolende" ridders. Opmerkelijk is ook de plaats die de allegorie hier inneemt.
De banden, die den helt benaeuden aen de leden, Die worden los gemaeckt of veerdigh af-gesneden; En voor het duyster hol, dat hem gevangen hout, Soo komt hy voor den dagh geçiert met enckel gout. 1420 Syn vader wert terstont daer in de stadt beschreven*, En die heeft metter daet sigh op de reys begeven, Die koomt in haesten aen, verheught en wel gesint, Vermits hy synen soon soo wel verselschapt* vint.
"Vol! Mijnheer!" herhaalde de waard: "wel neen! zij zitten maar metter zessen daar gunter in den koepel: 't is zeker anders wel de gewoonte, datter meer van de partij zijn, maar die Heer uit Den Haag valt nogal grootsch en wil niet graag met anderen als met zijns gelijken converseeren. Nou! 't is mij wel wat scha; maar wat zal ik zeggen?"
Na gemelde verwoesting weder opgebouwd zijnde, werd zij in 1181 door een hevig en brand geteisterd; dan tien jaren daarna werd de gansche stad door de Noormannen geplunderd, en te vuur en te zwaard vernield, zoodat met haar bestaan ook zelfs die naam voor altoos werd uitgewischt. De inwoners schijnen zich metter woon naar Franeker te hebben begeven.
Voor een droge keel wist de voordrager zich te wachten; aan het slot der zedenschets van den man die gherne dranc een dorstige stof klinkt het: Nu, gheeft mi drincken metter vaert Want drincken dat es al mijn aert . Tusschen de overgroote meerderheid der hoorders van eenig literair werk zagen wij in een vroeger tijdperk hier en daar ook eenige lezers.
Een wijf is bijster ergh*; en waer men lagen smeet, Daer is geen nicker* selfs die slimmer gangen weet. 1000 Dit moet ick heden selfs dit moet ick gaen beprouven, Ick wil hem metter daet, ick sal hem gaen bedrouven Die my de vreught ontseyt. Stae by nu, vrouwen-list, En stort in mijnen geest dat noyt verrader wist.
Ick wil met rijp beraet het stuck gaen overleggen, En u in ronde tael mijn antwoort komen seggen, En dat te deser plaets, en in dit eygen dal, Soo haest de gulde son hier weder schijnen sal. 600 Daer mede breeckt hy af; vermits hy had vernomen, Dat boven van den bergh syn jagers neder komen; Die wenckt hy metter hant; soo dat het gansche rot Met hem koomt af-gedaelt tot aen syn vaders slot.
Nu willic lopen metter spoet Ende sal bringen die vrouwe met mi. O, edel vrouwe van herten vri, Ic bidde u vriendelike, comt tot hier: Hier buten hout een deghen fier, Die u met haesten spreken moet. O edel vrouwe, ghetrouwe ende goet, God die alle dinc vermach, Die moet u gheven goeden dach, Scone maghet Sanderijn. Willecome moetti sijn: Nu segt mi, wats u begheert.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek