United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zelfs hij, die hem zijn naam geschonken had, vermoedde niet, dat zijn gansche leven dien waar zou maken; dat hij, die onder lijden en smart ontvangen en geboren was, ook in lijden en smart de dagen zijns levens zou moeten slijten, tot de dood hem verloste. Slechts zij, die deze geschiedenis teneinde lezen, zullen ten volle beseffen, hoezeer deze naam voor hem geëigend was.

Dan, laten zij hem vergeten, ik vergeet hem zoo licht niet!" Nog vervuld van deze gedachten, trad hij zijn tent binnen, waar hij den getrouwen Bouke bezig vond met het opwitten van zijns meesters handschoenen en degenhanger. "Ik hoor," zeide deze, "dat de genadige vrouw van Falckestein in het leger geweest is." "Dat is zij, Bouke! en tot mijn verdriet!

Zijn hoofd, met de verzilverde helm, hing nadenkend voorover, en zijn ijzeren handschoen rustte achteloos met de teugel op de maan zijns dravers; zijn andere hand omvatte het gevest van het slagzwaard dat aan de zadel hing.

Hij geraakte zóo met hem in 't gesprek verdiept, dat Sancho Panza, die den helm zijns meesters aan zijn zadelknop droeg, zich ongemerkt van zijne zijde verwijderen en bij eenige herders vervoegen kon, die op een naburig veld hunne schapen weidden. Hij wilde wat melk van hen vragen, waarop hij ontzettend belust was.

De goede knecht had voor den Brit een onbegrensden eerbied, hij kon niet genoeg spreken over zijns meesters edelmoedigheid, eerlijkheid en genegenheid.

Kort en bondig behelsde het een geschiedenis, een aanklacht, en een bede. Een onbeschaafde vrouw zou zich niet zoo beknopt hebben kunnen uitdrukken. De Romein moest haar zijns ondanks gelooven en beklagen. Gij zult terstond geholpen worden, zeide hij. Ik zal u eten en drinken zenden. En kleeren, en waschwater, bid ik u. Het zal geschieden. God is goed, zeide de weduwe schreiend.

Deze woorden, op eenen zekeren vreesachtigen toon gesproken, deden Jan in eenen spotlach uitbarsten: hij greep de twee handen zijns vriends en zeide hem: "Damhout, Damhout, jongen lief, ik heb medelijden met u.

Nu kon hij den avond zijns levens gaan slijten in het oord, waar hij jong was geweest, waar zijn ouderlijk huis nog stond, waar hij zijne kunst had leeren lief krijgen, waar hij zijne vrouw gevonden had. Zoo riep hij der groote stad vaarwel toe, en ging in zijne geboorteplaats wonen. Juist was de betrekking van organist aan de kerk daar open.

Hij dacht aan den man, die hem de oogen zijns geestes geopend had, die hem het goede en rechtvaardige had leeren begrijpen. De denkbeelden die hij hem bijgebracht had waren niet veel, dat is waar, maar 't waren geen ijdele napraterijen, 't waren overtuigingen die niet verbleekten in 't licht der schitterendste brandpunten van vooruitgang.

Oordeel er over: gedurende de laatste week zijns levens heeft mijn arme man, door de teedere zorgen, door de liefderijke vertroostingen van zijn kind verleid, haar aangezien voor eenen engel, en niet anders meer tot haar gesproken dan tot een wezen, door God gezonden om zijnen doodsstrijd zacht te maken, en hem den hemel te wijzen.