United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij de stad Uitgong, welligt nabij Berlikum had zij hare uitwatering in de Wadden, en voorts tusschen Terschelling en Ameland in de Noordzee. Wij geven geene meer bepaalde beschrijving van den alouden staat der Provincie, maar verwijzen den Lezer tot de breedvoeriger behandeling hiervan te vinden in Winsemius, Schotanus, Emmius, F. Sjoerds, bijzonder het kort overzigt in den Tegenwoord.

Deze was getrouwd met een aanzienlijk Edelman van Sexbierum, Adelbrik, wonende op het slot Adelburg. Twee zonen werden uit dezen echt geboren met namen Adelbrik, deze Potestaat, en Frederik van Adelen, de Bisschop op den jare 838 vermeld. Zie Winsemius, fol. 67, 83 en 105, alwaar men hunne geschiedenis vermeld vindt. Uit dezen zou het beroemd Friesch geslacht der van Adelens gesproten zijn.

Doch deze verkeerden spoedig in blijdschap en dankbaarheid »voor Godes sonderlinghe versieninge en genade," dewijl men 's lands behoudenis dááraan had te danken, dat het, op het zelfde uur, dat de slag gewonnen werd, begon te dooijen en te regenen, waardoor de Spaansche benden, met een haast, alsof zij vlugtten, naar Steenwijk terugtrokken . WINSEMIUS 772; VAN VERVOU, Gedenckw.

WINSEMIUS, 743 env.; V. REYD, 54; Charterb. Gelukkig dus voor Friesland, dat MERODE zijn ontslag verzocht en bekwam; doch nog gelukkiger, dat de Prins van Oranje, op verzoek der Friesche steden, in diens plaats stelde zijns broeders zoon, den vier-en-twintigjarigen Graaf WILLEM LODEWIJK van Nassau, die in Maart 1584 de regering aanvaardde.

Halmael, aangemerkt, dat de valschheid van dezen brief niet volgt uit de jaarteekening 1239 bij Winsemius, daar het, uit het op den anderen kant der bladzijde gestelde jaartal 1248, genoegzaam blijkt, dat dertich eene drukfout is, en men veertich lezen moet. Ook de Hoogleeraar Ypeij, houdt die dagteekening voor een misslag; men zie zijne Gesch. der Nederl. Taal, II. 318. F. Sjoerds, Fr. Jaarb.

Reeds den 29 Julij 1585 werd deze Akademie plegtig ingewijd, en alzoo de grond gelegd van dien beroemden zetel der geleerdheid, welke later voor wetenschappen en beschaving in dit gewest, ja voor geheel Nederland en een deel van Europa, van weldadigen invloed is geweest . WINSEMIUS, 710, 747, 752, 758; SCHOTANUS, Beschrijv. 140.

Van de bekeering in den tekst vermeld, ook bij Winsemius geboekt, wordt bij Tacitus niet gewaagd, zoo als het ook niet voor waarheid wordt aangenomen, onder anderen door Harkenroht in zijne Oostfr. Oorsprongkelykheeden, p. 24 en 29, dat Verritus en Malorix, of zoo als zij anders mogen geheeten hebben, uit de adellijke geslachten der Hermana's en Cammingha's gesproten zijn, 't welk door Suffr.

Dat dit gevecht in Friesland bij de Middelzee plaats had, gelijk Rolevink, en in navolging van hem Furmerius, Winsemius en anderen, beweren, heeft geen schijn, daar men moet vooronderstellen, dat het niet anders dan bij den Wezer kan hebben plaats gehad.

Dat hunne namen in het Friesch GERRIT en MURK waren, zoo als YPEIJ, I 161, wil, is waarschijnlijker dan de meening van WINSEMIUS, 24, dat ze van het geslacht HERMANA en CAMMINGHA zouden geweest zijn. Familienamen en Wapens schijnen hier toch eerst omstreeks den tijd der kruistogten in de 11e eeuw te zijn aangenomen. Uitbreiding van Friesland.

Zie Vriesch Charterboek, I 93; VAN MIERIS, Charterb. 1 200; WINSEMIUS, 161. Uit dezen zelfden kruistogt is het verhaal van een kloekmoedig bedrijf bewaard. Het gebeurde eens, dat de beide legers der Christenen en Saracenen tegenover elkander lagen, en zich ten strijde toerustten.