Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


A. van Halmael Jr. ook het onze zijnde, nemen wij hier over, hetgeen in zijn beknopt Overzigt der Friesche Geschiedenis is vermeld: »De oorsprong van de namen Friezen en Friesland heeft met dien van vele andere volkeren en landen dit gemeen, dat hij hoogst onzeker is.

Zie, daar verder op, nevens hen, die ik noemde, hebt gij nog drie zijdehandelaars: David Rutgers en Daniël De Neufville, en den ouden Abraham van Halmael, met zijne dochter Sara en haren man, Warner Van Lennep, van Emmerik, wien de booze wereld nageeft, alleen om hare hand te bekomen Mennist geworden te zijn en het bedrijf van goudsmid opgevat te hebben, tot groote ergernis van zijne familie.

Aanteekening op de Oude Friesche Wetten, 118. Zie over het vermelde VAN LOON, Aloude Regeringswijs van Holland, IV 175; FOEKE SJOERDS, Beschrijv. I 423; Tegenw. Staat, I 128; VAN HALMAEL, in het Friesch Jierboeckjen foar 1834, VII.

Halmael, aangemerkt, dat de valschheid van dezen brief niet volgt uit de jaarteekening 1239 bij Winsemius, daar het, uit het op den anderen kant der bladzijde gestelde jaartal 1248, genoegzaam blijkt, dat dertich eene drukfout is, en men veertich lezen moet. Ook de Hoogleeraar Ypeij, houdt die dagteekening voor een misslag; men zie zijne Gesch. der Nederl. Taal, II. 318. F. Sjoerds, Fr. Jaarb.

Verg. het Archief, I. p. 16-24 en de Aanteekeningen, alsmede de aanmerkingen van den Heer van Halmael, benevens het antwoord daarop van den Heer Amersfoordt, in de Leeuwarder Couranten van 14 en 21 Junij 1831; 3, 10, 17 April en 1 Mei 1832; welke stukken voor de geschiedenis van te veel waarde zijn, om niet in een beter en duurzamer vorm te worden overgegoten. Bl. 166. Ao 1559.

V der Voorrede van het Stamboek van den Frieschen Adel, der Heeren Hettema en van Halmael. Aant. 12, op bladz. 98. De Schieringers en Vetkoopers. Over den aard en oorsprong dezer Partijschappen is veel geschreven, zonder dat echter iemand in staat was, daarvan zekere en naauwkeurige berigten te kunnen mededeelen.

A. van Halmael Jr. heeft deze gebeurtenis meer dichterlijk voorgesteld in zijn treurspel: Adel en Ida, of de bevrijding van Friesland, Leeuwarden 1831.

Ook BOSSCHA, II 193 vermeldt dit en Mr. VAN HALMAEL bezong dit blijk van huwelijkstrouw in den Alm. v. 't schoone en goede, 1837. BOSSCHA, II 144, 172, 188, 192, 240, 258, 261, 315, 319 env.; Friesche Volks Almanak, 1840, 104; N. YPEIJ, Gedenkschrift van Coehoorn, Fran. 1781; CHALMOT, Biogr. Woordenb. VII 129; KOK, Vaderl. Woordenb. X 366; Levensbes. van Nederl.

Halmael: versterkende dit zijn gevoelen door het argument dat de beschrijvers van het leven en de daden van Karel daarvan geen gewag maken. Dan Bilderdyk is van een tegengesteld begrip. »Het zijn de Friezen niet alleen, zegt hij, die van hunne verovering gewagen. De Romanciers en Heldenboeken der middeleeuwen zijn er vol van, dat de Friezen Rome voor Karel innamen. En waarom mag dit niet zijn?

Halmael, in het voorberigt voor zijn Treurspel Adel en Ida, zegt: »De naam van het woud Baduhenna is voorzeker door Tacitus verlatijnd.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek