United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na een kort afscheid zit de heer student in den trein en verhandelt met zijn reisgenooten wat hij zag en hoorde in de zoo gelukkige residentiestad. »Ida, word eens gauw wakker, toe vlug wat, luisterEen ruk vergezelde deze woorden van Lize. Ontwaakt, begreep Ida dadelijk den vinger op Lize's lippen en fluisterend vroeg zij haar: »Is er wat gebeurd, Lize

Je houdt je hoofd op zij, om alles beter te kunnen bewonderen. En telkens moet je eens even de kastdeuren opendoen en binnengluren, zoo'n schik heb je er aan. Met je oogen dicht weet je te zeggen: dit ligt op de zooveelste plank rechts, links of in 't midden, en dat staat in dien of dien hoek. Arme Ida! Zij deed nooit met plezier haar kastje open.

H. M. zal volgaarne dit zeldzame huldeblijk, waarop de huidige eigenaar toch zeer gesteld is, aanvaarden, heeft de particuliere secretaris geschreven.« »Dat is veel belangwekkender, dan je opgaaf van leerlingen en werkuren der Haagsche wieg, Ida! Je zult ze wel niet meer weten

't Heele vrouwtje met alles, wat ze aan had om- door een ringetje te halen, zooals de menschen wel eens zeggen. "Nu, meisje," vroeg het vrouwtje nog eens, toen Ida geen antwoord gaf, "wat scheelt er aan? Kom, zeg het me maar, misschien kan ik je helpen."

Ter linkerhand, de scherpe, uitgetande toppen van den Helikon en den Parnassus, met blinkende sneeuw bedekt; rechts, de witte kruin van den Ida en de bergen van het eiland Eubea. Voor ons, half omsluierd door de dampen, uit het meer Kopaïs opstijgende, de toppen van den Oeta en den Saromata.

"Och", zei Ida, "dat komt er niet op aan: waar ik ze maar kwijt kan worden." "Kom, kom", lachte 't vrouwtje, "dat meen je niet. Alles zijne vaste plaats, hoor! Dat spreken we nu maar voor goed af. Morgen zetten we de boeken ook eens in 't gelid en de schriften en.... nu, niet zoo'n benauwd gezichtje, hoor. Daar word ik bang van. We doen alles samen, en je weet, hoe prettig dat gaat."

't Was, of ieder op zijne beurt zeggen wou: "Praat maar toe, we lachen je uit, we doen toch onzen eigen zin. Denk je den baas over ons te spelen? Ha, ha, hi, hi! We geven niets om je!" Daar stond Ida, uitgelachen, bespot! Wat was ze verdrietig, teleurgesteld. En ze kon niets doen, ze wist niets. De tranen van spijt kwamen haar in de oogen.

Vóór de verbaasde Ida stond geen gewoon oud vrouwtje meer met een mutsje op: het oude vrouwtje was omgetooverd in eene mooie, lieve, jonge fee met goudblond haar, maar met dezelfde heldere, verstandige oogen, die alles zagen en die Ida zoo goed kende. En dezelfde vriendelijke, zachte stem, die Ida lief gekregen had, hoorde ze zeggen: "Ik ben de fee Netheid!

De beide knapen liepen met de bogen op de schouders voorop, en de kleine Ida volgde met de doode bloemen in het mooie doosje. Buiten in den tuin werd er een klein graf gedolven; Ida gaf de bloemen eerst een kus en legde ze toen met het doosje in den kuil; Adolf en Jonas schoten met hun bogen over het graf; want geweren en kanonnen hadden ze niet. Er waren eens vijf-en-twintig tinnen soldaten.

Ida haatte hij om haar gedoezige zoetheid en heel die afgesprokene handeling van jaren ver, scheen hem een lam, kwenig kousekraam dat hij nu met zijn mannelijke voeten wilde in gruis stampen! Dat bespookte zijnen kop heel de week lang, maar daarboven lag de kalmte waarmede hij wachtte naar den Zondag daar hij handelen ging.