United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit is alleen in zekeren zin juist. Van Lennep schreef in 1827 hij zelf verzekerde het ons reeds zijn eersten historischen roman. Als zoodanig is de chronologie in orde. Iets uit den ouden tijd. Een oorspronkelijk historisch romantisch verhaal." Te Amsterdam bij P. den Hengst en Zoon. 1829, gr. 8o. De poging van Mejuffrouw De Neufville is volkomen dezelfde als die van Mr. J. van Lennep.

De hoogleeraar D. J. van Lennep gaf aan beiden dezelfde opwekking; hij leende zelfs wetenschappelijke boeken aan Mejuffrouw De Neufville, zooals zij in datzelfde "Voorberigt" vermeldt, als zij getuigt: "Voor het overige hebben andere schrijvers, wier werken ik, of zelve bezit, of die mij door den heer Van Lennep.... goedgunstiglijk geleend werden, mij tot leidslieden verstrekt."

Van Limburg Brouwer gaf in 1831: "Charicles en Euphorion," in 1838: "Diofanes." Stellen wij dus de te veel vergeten De Neufville naast onzen Van Lennep, dan mogen wij aan beiden de eer geven den historischen roman in Nederland te hebben begonnen. De historische romans van Van Lennep hebben eene blijvende waarde, die zoowel uit hunne kracht, als uit hunne zwakheid spruit zeide ik.

Het behoeft niet nader gestaafd, dat de historische roman juist een kolfje was naar de hand dezer twee, tot eene zeer behoudende wereldbeschouwing overhellende naturen Maria Jacoba de Neufville en Jacob van Lennep.

Zie, daar verder op, nevens hen, die ik noemde, hebt gij nog drie zijdehandelaars: David Rutgers en Daniël De Neufville, en den ouden Abraham van Halmael, met zijne dochter Sara en haren man, Warner Van Lennep, van Emmerik, wien de booze wereld nageeft, alleen om hare hand te bekomen Mennist geworden te zijn en het bedrijf van goudsmid opgevat te hebben, tot groote ergernis van zijne familie.

Eene ware geschiedenis uit de 14e eeuw." Amsterdam, 1828. 8o. Onze Nederlandsche historische roman begint daar Adriaan Loosjes, wegens gebrek aan historischen zin, niet mag medetellen met Mejuffrouw De Neufville en Jacob van Lennep in 1829, om dan onder invloed van dezen laatste en natuurlijk van diens meester Walter Scott rijkelijk te bloeien.