United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het protestantsche Noorden is de Vastenavond zoo goed als uitgestorven; niet aldus in het Zuiden, men denke nog, behalve België, aan Den Bosch en Maastricht. In het Rijnland is vooral vermaard de vastenavondpret te Keulen en Maintz. Iets zeer eigenaardigs is de maskerade, het vermomd over straat loopen.

Iets eigenaardigs bij die hacienda's van 't centrale dal zijn de randen van populieren, waar binnen ze veelal besloten zijn. Er zijn millioenen populieren in Chili, en op sommige der grootste hacienda's staan ze in dubbele rijen en vormen mooie, schaduwrijke lanen.

Elke zuil getuigt voor de onuitputtelijke vindingrijkheid van den kunstenaar; allen hebben iets eigenaardigs, geen enkele kolom is volkomen aan de anderen gelijk; sommigen zwellen als een bloembol, anderen bootsen de kelk eener tulp na, weer anderen gelijken op kandelabers.

Liever wil ik hier aan een patronymikon blyven denken. Het is dus twyfelachtig, of de beide laatstgenoemde namen Steenge en Hofsteenge wel tot deze groep van geslachtsnamen moeten gerekend worden, en of zy misschien niet tot de geslachtsnamen, aan plaatsnamen ontleend, behooren. De Friesen hebben in hunne taal veel eigenaardigs, veel byzonders. Dit blijkt ook uit hunne eigennamen.

Ook de Hazen in den omtrek worden er niet door op de vlucht gedreven; dikwijls brengt een jager er drie of vier stuks thuis, die alle in het leger geschoten werden. In één leger zal men er echter nooit twee bijeen vinden, zelfs niet in den paartijd. De beweging van den Alpenhaas heeft iets eigenaardigs: zij bestaat uit groote sprongen.

Nagenoeg dezelfde meening drukt Von Kittlitz op de volgende wijze uit: "Er is iets zeer eigenaardigs in het vliegen van deze vogeltjes; men zou ze bijna voor Insecten houden.

Toen kwam ginds verre, heel aan het uiteinde der straat, nog iets eigenaardigs aan: Een jongetje, dat met een vlaggetje zwaaide, en, achter het jongetje, een hooge kar, getrokken door een paard, en waaruit wild gezang scheen op te stijgen. Terstond werden de menschen in het dorpje weer schuw en stil. Elkeen haastte zich naar huis terug en bleef daar angstig-roerloos van op zijn drempel kijken.

Het Hulsterland vormt derhalve meer een overgang naar het Belgische. Al is er in Hulst nog wel iets eigenaardigs in de kleeding overgebleven, waardoor de vrouwen uit het Land-van-Hulst zich van die uit de overige gedeelten van Zeeuwsch-Vlaanderen onderscheiden, toch gaat het eigenaardig landelijke en ook de Hulster kleederdracht meer en meer verloren.

De kleeding der heeren heeft iets eigenaardigs; zij dragen namelijk buiten een manta of shawl van heldere kleur, die aan zoo'n gezelschap een levendig aanzien geeft. Die manta is een echt chileensch kleedingstuk, kleiner en zwaarder dan de poncho uit Argentinië, en in den regel niet van franjes voorzien, zooals de reeds genoemde poncho, maar geboord met lint van een andere kleur.

Terwijl men b.v. over den weg gaat, denkt men aan iemand, wiens aanwezigheid men nooit zou kunnen vermoeden; onmiddellijk daarna ontmoet men de persoon, over wie men zoo juist heeft gepeinsd. Wat de "voorloop-sagen" betreft, hier doet zich steeds iets zeer eigenaardigs bij voor.