United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Reeds midden in het donkere tijdperk der Merovingiërs vond men ze overal als de apostels van vrede en milddadigheid een bisschop als de H. Germanus: een oude levensbeschrijving vertelde hoe hij aalmoezen bij de banketten der groten verzamelde en wanneer hij dan genoeg bijeen had om een slaaf los te kopen, dan verdwenen de rimpels van zijn voorhoofd, dan straalde zijn gezicht, dan liep hij met lichter schreden, zijn spreken werd opgewekter, zodat men zou menen dat hij door een ander los te kopen, zich zelf bevrijd had van het »juk der slavernij"; of een abt als de H. Wandrégisilus: de oude »vita" vertelt hoe hij eens op een dag toen hij naar 't slot van Koning Dagobert moest, vlak voor de poort een arme man zag wiens wagen omgevallen was; de aanzienliken gingen de poort uit en in, niemand dacht er aan om de arme kerel te helpen, velen gaven hem zelfs een schop of vertrapten hem.

In den jaare 628 beeft Dagobert, nieuwe Koning van Oostvrankryk gestelt zynde van Lotrik zyn vader, Friesland willen onder zyn gebied brengen; op dat zy tot het Christelyk geloove zouden gebragt worden: des hy Soest, in Westfaalen, belegerde, wierd hem van Igle of Yge Gaalema een stuk van zyn helm en eenige hoofdhairen afgeslagen. Waarom hy zyn vader uit Vrankryk ontbood.

De koningen Clotarius en Dagobert lieten hem kunstvoorwerpen voor zich vervaardigen, o.a. een gouden zetel. Naderhand stichtte hij een klooster en werd bisschop van Noyon. De volkssage maakt hem tot een gewonen smid, vooral hoefsmid, en vereerde hem tevens het patroonschap over de paarden.

Een geheel andere geest bezielde zijn zoon en opvolger RADBOUD I. Den Franken vijandig, maakte hij van de zwakheid der opvolgers van DAGOBERT gebruik, om de verlorene landstreken te herwinnen en Utrecht weder te bemagtigen. De daar gestichte St. Thomaskapel werd verwoest, en der Friezen vrijheid, grondbezit en godsdienst in luister hersteld .

Dat ook deze Dagobert, als overheerder der Friezen, de insteller der wetten is geweest, wordt bestreden en met grond betwijfeld. Zie daarover Schwartz., Charterb. Voorr. I. bl. 36, 37, 38. Men vindt deze gebeurtenis beschreven bij Furmerius, Ann. Lib. III. c. IV. p. 172; Wins. Chr. fol. 52; Schot. Hist. fol. 47; F. Sjoerds, Jaarb. I. 323; Wagen. Vad. Hist. I. 331; Tegenw. Staat v. Fr.

In de groep ter linkerhand is Sint-Arbogast voorgesteld, door zijn gebed het leven terug gevende aan Siegbert, den zoon van koning Dagobert. De rechter groep verbeeldt Sint-Maarten, met zijn zwaard zijn mantel doorsnijdende om daarmede een naakten bedelaar te kleeden.

Zij keerden, tot christenen gedoopt, met eere en geschenken terug. Doch de Saksen verbonden zich met de Friezen, volvoerden hun plan, rukten tegen Dagobert op, die zijnen vader te hulp roept en de overwinning behaalt; en nu had er eene ijsselijke slagting onder de Saksen en Friezen plaats.

»Evenmin gelukkig waren zij tegen Sigebert I, zoon van Chlotarius I, en Koning van Austrasie, die hen sloeg aan het Boerdiep, d. i. de Middelzee, dus in het hart van ons tegenwoordig Friesland, tegen Theodebert II en Theodorik II, kleinzonen van voormelden Sigebert I, Koningen van Austrasie en Bourgonje, tegen Chlotarius II, Koning van geheel Frankrijk, en tegen Dagobert I, diens zoon.

Niet, zoo als deze willen, was Dagobert de aanvallende partij in Friesland, of wilde dit land dadelijk overheeren; maar de Saksen, onder Koning Berthold, wilden niet meer onder der Franken gebied blijven, maar vrij zijn, des zij hunne krijgsboden aan Klotaris zonden, om dien op een barschen toon den wil van hunnen Koning te kennen te geven, hetwelk der Franken Opperhoofd dezen zoo hoog afnam, dat, waren zij niet door de christelijke staatkunde van den Bisschop van Meaux gered, hij hen welligt het hoofd voor de voeten had doen leggen.

't Schijnt zelfs dat dezen, of om in den stijl van dien tijd te spreken, de Saksen, hen hebben bijgestaan tot het doen van eenen inval op het grondgebied van den reeds vermelden Theodorik I. Toen Dagobert hun de schatting kwijtschold, was Adgillus I Koning der Friezen. Hem kunnen wij prijzen als een regtvaardig en edel Vorst.