United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie mijn De Vidûshaka in het Indisch tooneel, Groningen, 1897, p. 77. Odo van Cluny, Collationum lib. III, Migne t. CXXXIII, p. 556. Innocentius III, de contemptu mundi sive de miseria conditionis humanae libri tres, Migne t. CCXVII p. 702. Het tractaat is overigens uit den tijd vóór zijn pausschap. Ib. p. 713. Oeuvres du roi René, ed. Quatrebarbes I p. cl.

Ofschoon Graaf ARNOUD in de geslachtlijst der Graven van Gent, bij VAN LOON, Aloude Hollandsche Histori, 1734, II 236, reeds Heer over geheel Friesland genoemd wordt, en ook Giftbrieven in de levens der eerste Graven, bij SCHRIVERIUS, hiervan gewagen, zoo heeft reeds UBBO EMMIUS, Hist. Fris. lib.

Zulks toch mag men opmaken, uit de namen van twee Vriesche gezanten van Rome, onder Nero, welke Tacitus voor ons bewaard heeft, namelijk Verritus en Malorix. Ann. Lib. Indien ik mij niet bedriege, waren dit, de nog bekende namen Gerrit en Maurik.

Journal d'un bourgeois, p. 242; vgl. Monstrelet, IV p. 341. Jan van Dixmude, ed. Lambin, Ypres 1839, p. 283. Froissart, ed. Luce, XI p. 52. Mémoires de Pierre le Fruictier dit Salmon, Buchon, 3e suppl. de Froissart. XV p. 22. Chronique du Religieux de Saint Denis, ed. Molinet, III p. 487. Molinet, III p. 226, 241, 283-7; La Marche, III p. 289, 302. Clementis V constitutiones, lib. V. tit. 9, c.

Deze Holle, Olennius, was Hoofdman eener Keurbende, en Landvoogd van wege de Romeinen over Friesland. De verklaring van Holle of Hollo, naar de Friesche taal Hoofd, Hoofdman, vindt men bij Hamc. Fris. p. 11, en bij S. Petri, de Frisior. Antiq. et Orig. Lib. I. Cap. IX, welke laatste hem, echter verkeerd, een Fries van afkomst noemt.

Sommige schrijvers zeggen zelfs stellig: "tot over de Elve en dus tot op de grenzen van Denemarken." Zie JOH. A LEIDIS Chronicon, lib. II cap. 15; VAN LOON, Aloude Regeeringwijs van Holland, I 106, enz. Der Friezen togt naar Brittannië.

PLATO de Rep. Lib. 3. Ik. Wel nu, dat laat zig hooren; maar zijn 'er thands op den aardbodem volstrekt geene Landen, die door Koningen, oppermagtig, beheerscht worden? Geleider.

Want dewijle het voren is vast gestelt, datter geen bescheyden* en eygen beweginge in de slagh-ader te vinden is die juyst alleen past op de minne-sieckte, en dat daerom met omsichtigheyt en 1765 vernuft alle omstandigheden moeten werden overwogen, eer men yet sulcx besluyten kan, soo siet ghy wel hoe los* u op-genomen* kunste gaet. Phi. Mart. Delrio disq. Mag. lib. 4. cap. 5.

Zie over Ephoren, Otto Gierke Althusius blz. 29. Ephoren werden genoemd de mannen die de opdracht hadden in naam van het volk diens rechten voor te staan tegenover de hooge regeering. l. 1 c. 4 § 7 no 2. Lib III advers. Monarchom. c. 8. l. VI c. 23-24. Summam potestatum intelligo personam aut coetum cui imperium sit in populo solius Dei imperium, subditum.

Toen men ze gevonden had, trachtte men uit de onder het water aanwezige fragmenten van wapens, gereedschappen en huisraad na te sporen, door wie en wanneer deze verblijfplaatsen bewoond geweest waren. Uit berichten van historieschrijvers bleek daaromtrent niets meer, dan hetgene Herodotus Lib. v. c. 16 van de Paeonen schrijft.