Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


wien uit de engelenkoren de smeekbede reeds tegenklonk: "Deus sit propitius isti potatori". Want zoo ergens, dan vinden wij hier in onze literatuur de rechte speelmanspoëzie. Reeds uit den kort samengevatten inhoud van het gedicht kan dat blijken . Het begin van het fragment brengt ons naar het land van den reuzenkoning ESPRIAAN. Wij zijn aan het zeestrand.

Landwaart in op Stellenbosch heeft men een Landdrost, die daar als President sit, en nevens 4 Heemraaden van die volkplanting en 3 van Draakestein, een vergadering van Heemraaden uitmaakt, welke over een somme van 150 guld., en hooger niet, mogen oordeelen, en van waar men tot den Raad van Justitie aan 't Kasteel appelleeren kan" . De Politieke Raad werd ook genoemd »de Groote Raad."

Die dingen hooren by-elkaar als slot en sleutel, en wie er wat afneemt, doet verkeerd. Als men 'n gebouw wil laten bestaan, moet men niet hier-en-daar 'n pyler omhalen of 'n hoeksteen wegbreken. Sit ut est, aut non sit.

Alleen zijn edele afkomst trekt hem voor de geest. spelen ontrent = zich bewegen om. Vgl.: "maer alle mijne sinnen spelen noch ontrent uwe laetste redenen." 1119. vast sit op haer en sagh, zit op haar te zien; vgl.: "Sy leyt er op en maelt als met de gantsche kracht Oock midden in den droom, en in den middernacht." "Hy sit op haer en loer bijnaest den ganschen dagh."

De optocht verlaat de kerk, blijft echter sedert 1870 in de voorhal, terwijl hij vroeger rondom het kerkplein trok. Op den terugweg houdt hij stil voor de gesloten, groote middendeur, waarachter in de kerk twee of vier zangers opgesteld zijn. Naar de processie gekeerd, heffen zij het "Gloria, laus et honor tibi sit, rex Christi redemptor" aan, wat door de buitenstaanden wordt beantwoord.

O.c. L. 1. c. 3. § 6. n° 1. Summam imperio intelligo personam ant coetum cui imperium sit in populo solius Dei imperio subditum. De Imperio Summarum Potestatum. blz. 1.

De maeght gingh onderdies me-vrou de handen kussen, En bid haer evenstaegh haer druck te willen blussen*; En t'wijl vrou Giomaer vast sit op haer en sagh* Ontsluyt* het aerdigh dier aldus syn drouf geklagh. 1120 Indien ghy, weerde vrou, hebt eenigh welbehagen In mijne teere jeught, soo hoort mijn angstigh klagen, En mijn bedroufde stem.

Feel uitfoer na Emerika teugeswoordig! Daar sit 't 'm! Maar ik wil je wel 'n jas ferkoope-n-en 'n hoet ook. Mooie waar, kyk hier! Na eenig verdrietig gesukkel verliet Wouter den winkel van den schacheraar, met 'n jas aan, en 'n hoed op... modellen! De kleedingstukken die hy 'n uur te-voren in z'n opgewondenheid had afgestaan waren er vorstelyk by.

That likath vs god to, sêdon tha prestera; men seg vs, hwat is thju bitjvtenise fon thi nachtule, ther immer boppa thin hole sit, is that ljuchtskvwande djar altomet thet têken thinra klârsjanhêd.

Si consideretur iste ager absolute, non habet unde magis sit hujus quam illius; sed si consideretur per respectum ad opportunitatem colendi ... secundum hoc habet quandam commensurationem, ad hoc quod sit unius, et non alterius. 2a 2ae q. 64. art. l.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek