Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Theal geeft echter op, dat dit eerst in 1687 plaats had en niet door 80 gezinnen, maar door 23 mensen, die na de kermis te Stellenbosch zich in Draakestein vestigden. Daar Valentijn niet altijd even juist is in zijn jaartallen, kunnen we veilig aannemen, dat 1687 het juiste jaar is.

Als ze samenkwamen in de dorpen tot het vieren van het nachtmaal, dan was daar allicht te krijgen, wat ze nodig hadden. Kolbe verhaalt, dat bij de kerk van Draakestein een soort markt was, waar de boeren kruidenierswaren enz. kochten, als ze daar kwamen.

Valentijn ten minste zegt: »Bij Draakestein ligt de plaats van den Borgermeester Abraham Villiers, daar men alleen zeer goede steenkoolen uitgraaft." Later heeft men daar niet meer van gehoord, zodat het wel schijnt of de exploitatie van de mijn geen voldoende resultaten heeft opgeleverd. Misschien ook is het met de mijn gegaan als met zovele andere ondernemingen uit die tijd.

Toch, zodra men van de dorpen verwijderd was, schijnt men nog al wat gevaar te hebben gelopen, tenminste Valentijn verhaalt op blz. 113 van zijn werk over verschillende gevallen van ontmoetingen met leeuwen op weg van de Kaap naar Stellenbosch en Draakestein. De premies voor het doden van wilde dieren werden in 1739 verminderd, wat ook bewijst, dat er niet meer zó'n last van ondervonden werd.

Deze drie punten waren reeds voldoende om hem in staat van beschuldiging te stellen. Ik eindig dit hoofdstuk met een aanhaling uit een rekwest van de kerkeraad van Draakestein in 1719.

Voor 't eind van 1679 had de eerste boer de ploeg in de grond gezet in Stellenbosch en in Mei 1680 volgden 8 families. In 1684 werd, volgens Valentijn, Draakestein met 80 gezinnen bevolkt. Het kreeg zijn naam naar de Heer Van Rheede, die toen juist op de komst was en bij wie Simon van der Stel klaarblijkelik in een goed blaadje wenste te komen.

In 1697 zond Van der Stel ongeveer 30 personen uit Stellenbosch en Draakestein naar de Wagenmakers-vallei ten N. van Paarl. Zij vormden de kern van het tegenwoordige Wellington.

Op 13 April 1711 werd aan de Heren Zeventien gemeld, dat het niet aanbevelenswaardig werd geacht ook tienden van vee te heffen. »De bewoners van Stellenbosch en Draakestein", zo lezen we, »betalen al hoorngeld, dit is 1 gulden voor 100 schapen en 5 gulden voor groot vee . Dit geld, dat gebruikt wordt voor het herstellen van wegen en bruggen en ook voor 't geven van premies voor 't doden van wilde dieren, kunnen velen niet eens betalen."

Daar de militie in drie troepen was verdeeld, n.l. die van Kaapstad, die van Stellenbosch met Draakestein en die van Swellendam was ook de Krijgsraad verdeeld in drie vergaderingen. Deze krijgsraad nu nam kennis van en beoordeelde alle overtredingen van de krijgstucht. De vergadering aan de Kaap bestond uit 19, die te Stellenbosch uit 20 en die te Swellendam uit 9 leden.

Onder Simon van der Stel had men reeds een burgerwacht gehad, die 's nachts de stad patroeljeerde en op 't eind der 17de eeuw werden ook in Stellenbosch en Draakestein veldwachters aangesteld, maar de uitgestrektheid van de kolonie was te groot om een behoorlik toezicht uit te oefenen. De ongelukkigen, die in handen der Justitie vielen, moesten daarom boeten voor degenen, welke ontsnapten.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek