Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Hoe menigh edel vorst, een kroon gewoon te dragen, 685 Is inder haest verruckt* door heete minne-vlagen, Niet door een hoofsche maeght, of groote koningin, Maer, ick en weet niet hoe, een sloir* een harderin?
De vrouwe van het huys, bewust* van hare saken, Wou door het aerdigh dier haer dochter wat vermaken; En daerom sentser om, en leytse voor het bedt, En seyde: Niemant weet wat dese vrijster let. 180 Ghy siet* eens wat haer schort, en soo ghy weet te seggen Hoe wy dit selsaem stuck behooren aen te leggen, Mijn gunste, soete* maeght, die sal u zijn getoont, En ghy van mijner hant ten hooghsten zijn geloont.
Maer, siet, de loose maeght die wees den ridder aen, 1035 En seyt het slim bejagh* by hem te zijn begaen.
Indien je vermaak vindt in verstandige, geestige kout, welnu, dat behoef je evenmin te missen. Al worstel ik tegen mijne jeugdige lusten, ik word meegesleept zelfs waar ik niet wil. Vgl. voor jeught: "een maeght die onmachtigh is haer jeught te wederhouwen". "syn herte soo bevanght, Dat hy tot in het mergh na hare jeught verlanght."
'T geviel om desen tijt dat in dien eygen lande Een jongh een aerdigh dier door jeught en liefde brande, 150 En hy die haer het breyn en oock den geest besat,* Was even als de maeght met hare min gevat.
Ziet u een maeght Wat toornig an, Als gij haar vraegt, Denk dan, goê man! Dat g'haar behaegt: Hoe zuurder dat een meisje kijkt, Hoe meer dat uw gevrij haar lijckt." "Ik moet bekennen, Mijnheer!" zeide Ulrica, glimlachende, "dat uw brein wel met rijmpjes gestoffeerd is. UEd. is zekerlijk lid van de eene of andere Rederijkerskamer?" "Ik, Freule? de hemel beware mij!
Noch* kan de jonge maeght geen kleyne lust verwecken, Als sy met haer gesangh de sinnen weet te trecken: 50 Men vint dat hare stem een yders herte steelt, Wanneerse maer een reys een aerdigh deuntjen queelt.
Hier belegde Filips de Schoone, vóór hij in 1505 naar Spanje vertrok, een kapittel der ridders van het Gulden Vlies. Men vindt er thans zeven gobelins, alle oorspronkelijk op last der Admiraliteit van Zeeland vervaardigd in de fabriek van Jan de Maeght te Middelburg, ter versiering van haar lokalen. Al deze stukken zijn nu gerestaureerd.
Een dingh wil ick alleen hier in bedencken* brengen, En bidden, wat ick magh*, dat ghy het wilt gehengen*; Ick treed' in dit verbont, alleen om dese maeght, 835 Laet die voor my alleen indien het u behaeght.
Met dat de jonge maeght haer reden heeft gesproken, Zijn haer met groot verdriet veel tranen uyt-gebroken, 1150 Soo dat het siltigh nat een stroom, een gansche beeck, En aen vrou Giomaer een stage vloet geleeck.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek